De Brusselse rechtbank van eerste aanleg heeft de Belgische overheid veroordeeld om binnen de dertig dagen een eind te maken aan de coronamaatregelen, op straffe van een dwangsom van 5.000 euro per dag vertraging. Dat heeft meester Audrey Lackner bevestigd aan Belga, na berichtgeving van Le Soir. Lackner treedt in deze zaak op voor de Liga voor Mensenrechten en de Franstalige Mensenrechtenliga.

De rechtbank is van oordeel dat de maatregelen van de regeringen om de verdere verspreiding van het coronavirus tegen te gaan illegaal zijn. Lackner zegt dat de rechtbank eigenlijk zegt dat de wettelijke basis waarop de ministeriële besluiten gebaseerd zijn niet geldig is.

De Nederlandstalige en Franstalige Mensenrechtenliga’s waren enkele weken terug naar de rechtbank gestapt met een verzoekschrift, om de overheid het ministerieel besluit van 28 oktober, en zijn latere wijzigingen, te laten schorsen. De verdediging had aangevoerd dat deze besluiten “gebaseerd zijn op ontoereikende rechtsgronden en systematisch worden onttrokken aan de Raad van State onder het mom van hoogdringendheid”. Volgens de advocaten is die hoogdringendheid, na een gezondheidscrisis die nu al een jaar duurt, slechts een excuus om een parlementair debat over de maatregelen uit de weg te gaan.

Het kabinet van de minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) zegt het vonnis te bestuderen. Vanmiddag vindt een plenaire vergadering plaats waar Verlinden vragen zal beantwoorden over de pandemiewet, de kans is groot dat er ook vragen zullen komen over het vonnis. De Belgische overheid kan tegen het vonnis in beroep gaan, of dat het geval zal zijn is nog niet duidelijk.

“Blamage”

Fractieleider van N-VA Peter De Roover vindt het vonnis een blamage voor de regering. “Vandaag gebeurt waarvoor ik reeds maanden voor waarschuw. Deze regering nam enorme risico’s door te kiezen voor ministeriële besluiten bij het doorvoeren van vrijheidsbeperkende maatregelen in haar coronabeleid. Die waarschuwing werd door de regering in de wind geslagen maar vandaag krijgt de Liga voor de Mensenrechten gelijk van de Brusselse rechtbank van eerste aanleg en moeten alle coronamaatregelen binnen de 30 dagen worden opgeheven”, reageert hij.

“Dit is het ‘accident waiting to happen’ waarvoor de regering de ogen sloot. Premier De Croo verklaarde op 31 januari op de Zevende Dag dat hij geen bijkomende onzekerheid wilde toevoegen, met name een juridische onzekerheid. Hoe wrang klinken die woorden vandaag. Deze regering heeft in het doorvoeren van haar corona-maatregelen met vuur gespeeld en ze werd gewaarschuwd, zowat week-na-week in het parlement, die instelling die volgens deze regering niet echt een grote rol moet spelen. Door een periode van 30 dagen te voorzien is het de rechter die de regering behoedt voor totale chaos, maar de politieke schade is gigantisch.”

bron