De autonomie van de particuliere wil is de macht van individuen om hun eigen gedrag te besturen en te ordenen door middel van hun eigen regels, zonder afhankelijk te zijn van wie dan ook of daartoe gedwongen te worden door enige impuls van buitenaf. Toegepast op het gebied van het contracteren is het een onbetwistbaar recht, dat de discretionaire bevoegdheid omvat om een ​​contract te sluiten of te weigeren, om te kiezen met wie een contract wordt gesloten en uiteindelijk te beslissen over de regeling van de overeenkomst. Momenteel verkeert dit principe in een crisis, wat te wijten is aan de beperkingen die erop worden toegepast. De huidige verslechtering ervan heeft zowel gevolgen voor het contract als voor de totstandkoming ervan en voor de juridische gevolgen die het met zich meebrengt, en heeft dus gevolgen voor de rechtszekerheid die het contract biedt aan de tussenkomende partijen. Dit werk is gericht op het onderzoeken van dit onderwerp, het bestuderen van het principe van private autonomie, de inhoud ervan, de relatie met het contractueel recht, en het bepalen van de belangrijkste juridische en sociale factoren die dit beperken bij de regulering van burgerlijke contractuele verplichtingen.
Fil: Gobbi, Florence. Nationale Universiteit van Cuyo. School voor Economie.
Fil: Triay, Aixa Yasmin. Nationale Universiteit van Cuyo. School voor Economie.

Gobbi, Florence; Triay, Aixa Yasmin. (2015). Het principe van wilsautonomie bij het aangaan van contracten : (Afstudeerscriptie). Mendoza, Nationale Universiteit van Cuyo. School voor Economie.

Je vind het volledig pfd hier 

Het principe van “pacta sunt servanda” was, samen met het principe van “vrije wil”, waarmee het nauw verbonden is, een van de pijlers van het klassieke contract, waarmee het nauw verbonden is, een van de pijlers van het klassieke contract. Zozeer zelfs dat Vélez Sársfield uitdrukkelijk naar het eerste verwees in artikel 1137 van het Burgerlijk Wetboek, waar hij, bij het definiëren van het contract, de breedste definitie van het contract hanteerde.
contract, nam hij het breedste criterium van het begrip aan, door het te identificeren met het idee van “conventie”.
“conventie”, en de tweede – dat wil zeggen het zogenaamde “beginsel van de wilsautonomie” – in artikel 1197 van het Burgerlijk Wetboek, waar hij
Artikel 1197 van het Burgerlijk Wetboek, waarin als leidend beginsel werd vastgesteld dat de
de contractueel uitgedrukte wil van de partijen een regel vormt waaraan zij zich moeten onderwerpen wat de wet zelf betreft.
waaraan zij zich moeten onderwerpen als aan de wet zelf.