spelen met woorden

Via de etymologie: herkomst van het woord, krijg je voeling met de geest van het woord, met de lading.

Etymologie harmonie, balans

Door |2023-01-11T15:32:47+01:00januari 11th, 2023|spelen met woorden|

harmonie zn. ‘muzikale welluidendheid, juiste verhouding overeenstemming; blaasorkest’ Als algemeen kenmerk ‘overeenkomst van karakteristieken die maakt dat iets als aangenaam overkomt’ ese sanc ... had so edele suete armonye ‘deze zang was zo zoet en harmonieus’ [1276-1300; CG II, Kerst.]; vnnl. harmonije ‘muzikale welluidendheid; eendrachtigheid’ [1553; van den Werve], in vrijer gebruik ook harmonie ‘overeenstemming’ [...]

etymologie bedrijf, compagnie,bedrijven

Door |2023-01-11T15:21:14+01:00januari 11th, 2023|spelen met woorden|

bedrijf zn. ‘(beroeps)werkzaamheid, firma; deel van toneelstuk’ Mnl. te allen bedriue ‘inzake iedere handeling’ [1293; CG I, 1944], activiteiten’ [1500-20; MNW-P], bedrijf ‘dat waarmee iemand de kost verdient’ [1507; WNT]; ‘deel van een toneelstuk’ [na 1625; WNT]; nnl. bedrijf ‘boerderij’ [19e eeuw; WNT], ‘onderneming; fabriek’ [1940; Koenen]. Afgeleid van het Middelnederlandse werkwoord bedriven ‘doen, handelen, [...]

Etymologie: vanzelfsprekend

Door |2023-01-11T10:58:23+01:00januari 11th, 2023|spelen met woorden|

Vanzelfsprekend: het spreekt vanzelf, vloeit voort uit, is een logisch gevolg, er is geen twijfel mogelijk en voor iedereen duidelijk omdat het iets is dat leeft in/onder de mens. Het is, HET zelf dat spreekt. Het zelf staat voor de geest/de bron/ divine / god dat in alles wat bestaat aanwezig is, het is het [...]

Etymologie: vergiffenis, gift, vergif, tegengif, vergeven

Door |2023-01-11T10:18:38+01:00januari 11th, 2023|spelen met woorden|

gift zn. ‘schenking’ Mnl. gigte ‘schenking, liefdegave etc.’ [1240; Bern.], te ghiften ‘inzake deze schenking’ [1262; CG I, 77], gheifte ‘schenking’ [1267; CG I, 111], ghift ‘id.’ [1280-87; CG I, 495]; vnnl. gifte [1574; WNT], gift [1561-63; WNT], ghichte (“verouderd”), ghifte ‘geschenk’ [1599; Kil.]. Afleiding, in alle Germaanse talen, van → geven. Mnd. gifte, ohd. [...]

Ga naar de bovenkant