In principe mag men je niet verplichten om je attest wettelijke ontheffing op grond van medische redenen, te laten zien. Wat ze zeker nooit mogen vragen is de reden dus gewoon zeggen medische redenen, zoals ook op het attest staat

Eisen ze het dan heb je 2 mogelijkheden:

  1. een attest tonen
  2. hen identificatie vragen en hen melden dat je aangifte zal doen wegens discriminatie

belgie kent 3 discriminatiecriteria, opgedeeld per wet:

  • Genderwet: geslacht, zwangerschap, bevalling, het geven van borstvoeding, moederschap, adoptie, medisch begeleide voortplanting, genderidentiteit, genderexpressie, zogenaamde ‘geslachtsverandering’, sekse-kenmerken, vaderschap, meemoederschap
  • Antiracismewet: nationaliteit, nationale of etnische afstamming, zogenaamd ras, huidskleur en afkomst (Joodse oorsprong)
  • Antidiscriminatiewet: handicap, geloof of levensbeschouwing, seksuele geaardheid, leeftijd, vermogen, burgerlijke staat, politieke overtuiging, syndicale overtuiging, gezondheidstoestand, fysieke of genetische eigenschap, geboorte, sociale afkomst en taal

Het slachtoffer moet niet bewijzen dat hij gediscrimineerd wordt, de dader moet bewijzen dat hij niet gediscrimineerd heeft. De rechten van het slachtoffer zijn dus beter beschermd.  De antidiscriminatiewet is een strafwet. Ze bestraft ook het aanzetten tot discriminatie, haat of geweld. Door de wet is het mogelijk om haatmisdrijven strenger te bestraffen.

discriminatie NEDERLAND art. 137f SR. Wetboek van strafrecht

Hij die deelneemt of geldelijke of andere stoffelijke steun verleent aan activiteiten gericht op discriminatie van mensen wegens hun ras, hun godsdienst, hun levensovertuiging, hun geslacht, hun hetero- of homoseksuele gerichtheid of hun lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.

 

europese richtlijn discriminatie op het werk

(4) Gelijkheid voor de wet en bescherming van eenieder tegen discriminatie is als universeel recht erkend door de Universele Verklaring van de rechten van de mens, door het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen, door de Internationale Verdragen van de Verenigde Naties inzake burgerrechten en politieke rechten, respectievelijk inzake economische, sociale en culturele rechten, en door het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, die door alle lidstaten zijn ondertekend; Verdrag nr. 111 van de Internationale Arbeidsorganisatie verbiedt discriminatie op het terrein van arbeid en beroep.

(11) Discriminatie op grond van godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid kan de verwezenlijking van de doelstellingen van het EG-Verdrag ondermijnen, in het bijzonder de verwezenlijking van een hoog niveau van werkgelegenheid en van sociale bescherming, de verbetering van de levensstandaard en de kwaliteit van het bestaan, de vergroting van de economische en sociale cohesie en van de solidariteit, alsmede het vrij verkeer van personen.

(12) Daartoe dient in de gehele Gemeenschap elke directe of indirecte discriminatie op grond van godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid op de door deze richtlijn bestreken terreinen verboden te zijn. Dit verbod op discriminatie geldt ook voor onderdanen van derde landen, maar is niet van toepassing op verschillen in behandeling op grond van nationaliteit en laat de bepalingen inzake inreis en verblijf en toegang tot arbeid en beroep van onderdanen van derde landen onverlet.