Weinig gebeurtenissen hebben zo’n grote invloed op de wereldgeschiedenis gehad als de Balfour-verklaring (Engels: Balfour Declaration) van 2 november 1917. Het Engelse plan beloofde de Joden dat ze Palestina mochten koloniseren. 

De Balfour-verklaring: een vreemd document

De Balfour-verklaring was een brief, geschreven op 2 november 1917 door de Britse minister van Buitenlandse Zaken Arthur James Balfour aan Lord Walter Rothschild. Rothschild was een van de leiders van de Joodse gemeenschap in Groot-Brittannië en moest zorgen dat de brief bij de Zionistische Federatie, waar Chaim Weizmann de leiding had, terechtkwam. In de brief stond dat de Britse regering achter de vestiging van Joden in Palestina stond en de Joden hierbij wilde helpen:

“His Majesty’s Government view with favour the establishment in Palestine of a national home for the Jewish people, and will use their best endeavours to facilitate the achievement of this object.”

In het begin van het boek betitelt Lucas Catherine de Balfour-verklaring als een ‘vreemd document’. Om verschillende redenen, zo geeft Catherine aan:

“Om te beginnen deed Balfour zijn belofte in 1917, terwijl Groot-Brittannië officieel pas in 1922 van de Volkenbond een bestuursmandaat over Palestina zou verwerven. Bovendien richtte hij zijn verklaring aan Lord Walter Rothschild, die een niet-zionistisch verleden had. Maar Rothschild moest als boodschapper fungeren: ‘bring to the knowledge of the Zionist Federation‘, schrijft Balfour in zijn verklaring.” (11)

Een kiem voor latere ellende was dat de Palestijnse bevolking in de Balfour-verklaring slechts in bedekte termen aan bod kwam, als een ‘bestaande niet-Joodse gemeenschap in Palestina’. Terwijl Palestina, dat op dat moment circa 750.000 inwoners telde, hoofdzakelijk door Arabieren werd bewoond. Slecht 7 procent van de bevolking was van Joodse origine.

Palestina onder Brits mandaat

Door het uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk en het feit dat de Europese machten in het Midden-Oosten vochten tijdens de Eerste Wereldoorlog, kwamen de geallieerden in 1916 bij elkaar om te bespreken wat er moest gebeuren met die gebieden na de nederlaag van de Ottomanen. Besloten werd dat Engeland het grootste deel van Irak en Jordanië zou krijgen en Frankrijk de meerderheid van Syrië. Rusland kreeg onder andere Anatolië, Istanbul, de Bosporus, de Dardanellen en Armenië. Tevens eiste tsaar Nicolaas II Armenië op. Vanwege de Russische Revolutie zagen de communisten die in oktober 1917 aan de macht kwamen, van het koloniale gebied af. Omdat de Britten Palestina hadden veroverd, werd besloten dat Palestina Brits zou worden.

Na een korte introductie op de geschiedenis van Palestina vanaf de Middeleeuwen, duikt Lucas Catherine in de geschiedenis van de Joodse kolonisatie van Palestina vanaf 1917. In 1920 namen de Britten het bestuur van Palestina over, gevolgd door in 1922 het complete mandaat over dat gebied:

“Al in 1920 erkenden de Britten de facto een Joodse regering: het Joods agentschap.” 

Hierna kochten Joden grote delen land op in Palestina. In bijvoorbeeld 1929 ging het om 1.000 km² op een totaal oppervlakte van 27.000 m². In datzelfde jaar 1929 braken in de regio de eerste onlusten uit tussen Joden en Arabieren, in de plaatsen Jeruzalem, Safad en Hebron. De Arabieren verzetten zich hevig tegen Joodse kolonisatie. De onlusten die volgden kostten aan 207 mensen het leven (83 Arabieren, 120 Joden) en leidden tot 379 gewonden. Hiermee begon een religieuze en politieke visuele cirkel, die tot op de dag van vandaag nog niet onderbroken is.

Bron


Het Amerikaanse Federal Reserve System is bijna volledig eigendom van Rusland, vertegenwoordigd door Nicholas II  (rest van het artikel hier)

De plundering van Rusland begon toen de Russische tsaar Alexander II nog aan de macht was. In 1876 sloten de Rothschild-miljardairs een overeenkomst met de Russische tsaar voor de opslag van Russisch goud in Spanje. Goud werd in de bergen van Spanje gelegd in een hoeveelheid van 47.800 ton. De bewaarders van dit goud in Spanje, de tsaar van Rusland, werden aangeduid met 19 personen.

Een van de Rothschilds werd financieel manager in de koninklijke schatkist en de Rothschild-clan bewaart alle documenten voor dit goud in de staat Californië, VS en is in feite nu de eigenaar van dit goud tot op de dag van vandaag.

In 1904 keurde een groep vertegenwoordigers van 48 staten / G-48 / tijdens een geheime bijeenkomst in Parijs de procedure goed voor de oprichting van het internationale financiële systeem / ISS / en de wereldbron van geldvoorziening. Russische tsaar Nicolaas II in overleg met de leiders van andere staten besloot hij de Volkenbond op te richten / nu heet het de VN /. Om de handelsbetrekkingen tussen de landen te verbeteren, werd op basis van de Volkenbond besloten om één World Financial Center met een eigen munteenheid op te richten.

Om de “goudpool” van de Volkenbond te creëren, heeft Rusland, via de bankier van het Huis van Romanov, Edward Rothschild, bijgedragen aan het “geautoriseerde kapitaal” van het World Financial System / MFS / door 48.600 ton goud te leveren aan de VS, die naar de kluis van Fort Knox werd gestuurd. Met deze verzending van goud naar de Verenigde Staten in 1904-1912 verkreeg Rusland de rechten op activa in de Golden Pool voor een bedrag van $ 52 miljard aan goud.

Maar de Rothschilds bedrogen Nicholas II, de keizer van Rusland. Nadat hij het goud had gehaald om de nieuwe wereldvaluta te ondersteunen, dwongen de Rothschilds de Amerikaanse president Woodrow Wilson, om zijn verkiezingscampagne te financieren, om het Federal Reserve System (FRS) samen met het goud van de “Golden Pool” over te dragen aan hun privé-eigendom.

In 1912 gaf HSBC Bank 12 Liberty Bond-certificaten uit, overgedragen aan de president van de Verenigde Staten, die in 1913 werden gedeponeerd bij de Amerikaanse FED. / De Federal Reserve Act werd 2 dagen voor Kerstmis 1913 ondertekend door de Amerikaanse president Woodrow Wilson in ruil voor de financiering van zijn verkiezingscampagne met de Rothschilds en daarmee de Verenigde Staten van politieke onafhankelijkheid beroofd. De FRS / FED / werd opgericht – een particuliere onderneming van de Rothschilds, opgericht in 1910, tijdens een geheime conferentie op Jekyll Island, waar alle grote Amerikaanse banken en banken van andere staten deel van uitmaakten. Een enorm aandeel / 88,8% / deelname aan het Federal Reserve System / FRS / en in het aandeel van de World Source of the Money Supply behoort toe aan Rusland, en de resterende 11,2% behoort toe aan 43 internationale begunstigden.

Ontvangsten voor een bedrag van 88,8%, met de beveiligingscode 1226, komen overeen met de internationale code van het Genève-register van de permanente vertegenwoordigerorganisatie 14646 ACS HQ / PRO 14646 ACS HQ /, het Supreme International Committee of the League of Nations / later – VN / staan ​​onder controle van de Rothschilds en werden in 6 exemplaren overgedragen aan de Russische familie Keizer Nicolaas II. Het jaarinkomen / rente / op deze deposito’s werd vastgesteld op 4%, inclusief de “LIBOR-rente”, en duidde de jaarlijkse rente aan voor het gebruik van de gouddeposito.

Het LIBOR-tarief zou jaarlijks worden overgemaakt aan de staat en de vertegenwoordiger die het goud in pand had gegeven, maar dit gebeurde niet in opdracht van de Rothschilds, die hierdoor de Eerste Wereldoorlog ontketenden. Dit tarief werd niet naar Rusland overgemaakt, maar werd jaarlijks gestort op de X-1786-rekening van de Wereldbank op 300.000 rekeningen bij 72 internationale banken die verantwoordelijk zijn voor de activiteiten van de Wereldbank. Per rekening werden 3 handtekeningen aangegeven, waarvan er slechts één correct was. De rekeningen worden bijgehouden door 8 commissies: AK-1, AK-2, …, AK-8.

De middelen op deze rekeningen zijn eigendom van de IFS / G48 / houders en worden apart geboekt van de dollars in omloop. Degenen die gemachtigd zijn om de Uitgifte uit te voeren, worden bepaald door het Hoge Comité van de Verenigde Naties.

Deze instellingen zijn FED / leverancier van financiële instrumenten / en Treasury Department Washington D.C. / Verzamelaar van financiële instrumenten op basis van de middelen van de X-1786-rekening van de Wereldbank /.

Al deze documenten, die het goud bevestigen dat door de Federal Reserve uit Rusland is toegezegd voor een bedrag van 48.600 ton, de moeder van tsaar Nicolaas II, Maria Fedorovna Romanova, gedeponeerd bij een van de Zwitserse banken, waar alleen de erfgenamen toegang toe hebben, en is gecontroleerd door de Rothschild-clan.

Aanvankelijk vertrokken alle goudcertificaten die toebehoorden aan Rusland, keizer Nicolaas II, om de Grote Martelaar in bewaring te geven. Grigory Efimovich Rasputin, als de meest spiritueel-orthodoxe hieromonk van die tijd. De Rothschilds verzamelden een hele vrijmetselaarsconferentie waarop werd besloten Grigory Efimovich fysiek te vernietigen en zijn gouden certificaten te stelen.

Deze operatie werd geleid door Samuel Hor, een in Rusland woonachtige Britse inlichtingendienst en tevens vertegenwoordiger van de Britse generale staf bij de Russische generale staf. Rasputin werd het huis van Yusufov binnengelokt en op dat moment werd het appartement van Grigory Efimovich op Gorokhovaya 20 grondig doorzocht, waarbij alles op zijn kop werd gezet. Maar de certificaten waren er niet meer, sinds de militaire eenheid. Gregory, anticiperend op de dood, overhandigde ze aan de tsaar en hij liet ze op zijn beurt in hechtenis bij zijn godzoon Peter Nikolajevitsj Dolgorukov. Vervolgens werden kopieën van goudcertificaten door de koninklijke familie verspreid onder familieleden en op verschillende plaatsen verstopt.

De Rothschild-clan was 99 jaar lang, terwijl de overeenkomst over de oprichting en vorming van de FRS van kracht was en de Amerikaanse dollar de wereldvaluta was, het bestuurde de hoofdstad van de voormalige tsaristische familie van Rusland. Deze clan beheerde ook de hoofdsteden van de USSR en de Russische Federatie, die in de rekeningen van het Federal Reserve System staan, die aan het begin van de 20e eeuw onder leiding van de Rothschilds uit Rusland werden gehaald.