RICHTLIJN: De EU bepaalt het einddoel, maar iedere lidstaat mag zelf bepalen hoe dit wordt vastgelegd in wetgeving.

VERORDENING: De EU bepaalt einddoel en formulering. Dit moet door ieder EU-lid letterlijk worden overgenomen en op dezelfde manier te worden geïmplementeerd.

Het HANDVEST van de grondrechten van de Europese Unie is opgenomen in een verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Europese Commissie, maar heeft dezelfde juridische waarde als de EU-verdragen.

EU VERDRAG Een EU-verdrag is een bindende overeenkomst tussen de lidstaten. Het definieert de doelstellingen van de EU, de regels voor de EU-instellingen, het besluitvormingsproces en de betrekkingen tussen de EU en haar lidstaten. De Europese Unie is gebaseerd op het principe van de rechtsstaat. Dat betekent dat alle activiteiten van de EU moeten berusten op de verdragen, die vrijwillig en op democratische wijze door alle EU-lidstaten zijn aanvaard. De Commissie kan dus alleen wetsvoorstellen indienen die betrekking hebben op onderwerpen die in de verdragen genoemd worden. Op grond van die verdragen kunnen de EU-instellingen wetgeving vaststellen die door de lidstaten moet worden toegepast. De volledige tekst van de verdragen, wetgeving, jurisprudentie en wetsontwerpen kan worden geraadpleegd via EUR-Lex, de databank van het EU-recht.         bron

Het handvest van de Europese rechten is een juridisch bindend document dat profiteert van de kracht van het EU-recht, dat vaak rechtstreekse werking heeft en, in principe en in tegenstelling tot het internationale recht, voorrang moet krijgen boven het nationale recht. https://fra.europa.eu/sites/default/files/fra_uploads/fra-2019-eu-charter-in-belgium_nl.pdf

Verordeningen

Een “verordening” is een bindende rechtshandeling die in de hele EU van toepassing is. Zo hebben het Europees Parlement en de Raad een verordening vastgesteld om ervoor te zorgen dat van buiten de EU ingevoerde producten aan bepaalde gemeenschappelijke eisen voldoen.

Richtlijnen

Een “richtlijn” is een rechtshandeling die een bepaald doel vastlegt dat alle EU-landen moeten bereiken. Maar zij mogen zelf de wetgeving vaststellen om dat doel te bereiken. Een voorbeeld is de richtlijn consumentenrechten, waarmee de rechten van de consument in de hele EU zijn aangescherpt. Zo mogen bij aankopen via internet geen verborgen kosten in rekening worden gebracht en is de bedenktijd voor de consument verlengd.

Besluiten

Een “besluit” is bindend voor degene tot wie het gericht is (een EU-land of bedrijf) en is rechtstreeks van toepassing. De Commissie heeft bijvoorbeeld een besluit vastgesteld over de deelname van de EU aan verschillende organisaties voor terrorismebestrijding. Dit besluit geldt dus enkel voor deze organisaties.

Aanbevelingen

Een “aanbeveling” is niet bindend. De aanbeveling van de Commissie waarin zij de juridische autoriteiten van de EU-landen oproept meer gebruik te maken van videoconferenties om de juridische samenwerking over de grens heen te verbeteren, heeft dus geen juridische gevolgen. Dankzij een aanbeveling kunnen de Europese instellingen hun opvattingen kenbaar maken en een bepaalde gedragslijn voorstellen, zonder dat dit juridische verplichtingen schept voor de betrokkenen.

Adviezen

Een “advies” is een niet-bindende verklaring van een van de instellingen en schept dus geen juridische verplichtingen voor degenen tot wie het advies gericht is. Een “advies” is niet bindend. Het wordt gegeven door een van de grote EU-instellingen (Commissie, Raad of Parlement) of door het Comité van de Regio’s of het Europees Economisch en Sociaal Comité. De beide comités brengen tijdens het wetgevingsproces adviezen uit om hun standpunt over de regionale of sociaaleconomische aspecten van het voorstel kenbaar te maken. Zo heeft het Comité van de Regio’s bijvoorbeeld een advies uitgebracht over maatregelen tegen luchtverontreiniging in Europa.

Bron

———————

Richtlijn vs verordening

Een richtlijn legt alleen het einddoel vast. Ieder EU-land mag echter zelf de wetgeving opstellen die ertoe moet leiden dat het doel uit de richtlijn gehaald wordt. Zo zijn er bijvoorbeeld veel richtlijnen voor productveiligheid. Nederland heeft ervoor gekozen om veel van deze richtlijnen onder te brengen in de Warenwet.

Een verordening is bindend en geldt voor de gehele EU en zij moet letterlijk worden overgenomen. Iedere lidstaat is dan ook verplicht de verordening op dezelfde manier te implementeren en uit te voeren. Meestal is de periode die daarvoor staat twee jaar. De AVG (tool) is een voorbeeld van een verordening.

Omvorming goed voorbeeld

Een ander voorbeeld uit de praktijk is de omvorming van de ePrivacyrichtlijn in de ePrivacyvervordening. Op dit moment geldt de ePrivacyrichtlijn nog. Hierin wordt vastgelegd wat het gewenste eindresultaat is, maar hoe dat wetgevingstechnisch moet worden bereikt, mag Nederland (en ieder ander EU-land) zelf bepalen. De richtlijn zal echter veranderen in een verordening. Als de ePrivacyverordening eenmaal van kracht is, wordt daarin echter bindend vastgelegd wat het eindresultaat moet zijn en hoe dat bereikt moet worden. EU-landen kunnen daar niet van afwijken.