Rob Elens is vrijgesproken door het tuchtcollege en de boete is vernietigd. De huisarts heeft niet in strijd gehandeld met de Geneesmiddelenwet door het off-label voorschrijven van medicijnen. Hij krijgt echter wel een berisping voor zijn media-uitlatingen. Het college is van oordeel dat de huisarts ongefundeerde en ongenuanceerde mededelingen heeft gedaan die een groot publiek hebben bereikt.

In eerste instantie hebben we een plicht naar elkaar toe. In 2de instantie is er de plicht van elke deskundige die ervoor moet zorgen dat het vertrouwen in hem gerechtvaardigd is. In geval van twijfel heeft elke deskundige de plicht dit te documenteren en kenbaar te maken. Het is de plicht van elke deskundige om voorbehoud te houden in geval van twijfelEen man met ballen en eer, die begrijpt wat het betekent om recht in je schoenen te staan; Dikke pluim rob. Hieronder een greep uit het vonnis en een mooi voorbeeld van het bij de essentie blijven en je baseren op de principes van natural law en gezond verstand ; Ik zet er mijn opmerkingen ts in schuine letters

3.5.1.2 Het standpunt van de huisarts
Artsen zijn vrij om op grond van hun deskundigheid en professionele verantwoordelijkheid een geneesmiddel aan een patiënt voor te schrijven, ook als het om een ongeregistreerd geneesmiddel of een off-label indicatie gaat. Dit laatste is op grond van artikel 68 Gnw geoorloofd, wanneer daarover binnen de beroepsgroep protocollen of standaarden zijn ontwikkeld. De ‘beroepsgroep’ kan ook betrekking hebben op het internationale verband; het kunnen daarom ook internationale / buitenlandse protocollen of standaarden zijn. De huisarts heeft zich bij het voorschrijven gebaseerd op de Amerikaanse richtlijn ‘A Guide to HomeBased Covid Treatment’, waar een uitvoerige wetenschappelijke onderbouwing over de werkzaamheid van de genoemde medicatie aan ten grondslag ligt.
Het NHG-advies, waarbij het off-label voorschrijven van ivermectine buiten onderzoeksverband wordt afgeraden, kwam pas op 8 februari 2021 online. Op het moment de huisarts het middel voorschreef, was dit advies dus nog niet verschenen.
De huisarts heeft de medicatie telkens voorgeschreven op grond van wetenschappelijke onderbouwing, op wens van de patiënt, onder een dosering die de kans op onomkeerbare of ernstige schade heel laag maakt, welke schade ook niet is opgetreden, en waarbij de patiënt geïnformeerd is.
Als er geen protocollen of standaarden in de beroepsgroep bestaan, is off-label voorschrijven – na overleg met een apotheker – mogelijk. De huisarts heeft in overleg met een apotheker een behandelprotocol ter behandeling van Covid-19 patiënten opgesteld. Op basis van dat protocol heeft de huisarts gehandeld in januari en februari 2021. Anders dan de inspectie stelt, volgt uit artikel 68 Gnw niet dat het overleg steeds over een specifieke patiënt moet gaan.
Het is juist dat het informed consent van de betreffende patiënt(en) niet in het dossier is vastgelegd; dit wil echter niet zeggen dat geen informed consent was gegeven. De huisarts heeft de patiënt(en) gemonitord door de patiënten dagelijks te bellen of te bezoeken en af te spreken om bij verslechtering van de gezondheid direct contact met hem op te nemen

3.5.2.1 De toelichting van de inspectie
Vaccineren is een verrichting in het kader van een geneeskundige behandelingsovereenkomst met de patiënt. Hoewel op grond van de WGBO (Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst) informed consent een vereiste is voor iedere verrichting, is een schriftelijke vastlegging daarvan geen vereiste. opm isa Aangezien elke arts de aansprakelijkheid draagt als deskundige, wordt hij geacht de nodige zorgvudigheid toe te passen en is het meer dan logisch dat hij zelf bepaald en vastleg tot waar hij zeker is en waarvoor hij verantwoordelijkheid wil en kan nemen. Een bewijs is maar bewijs als het onomstotelijk is = maw vastligt. Hoe kan de arts bewijzen dat hij de volledige en correcte informatie meegedeeld heeft en de nodige zorgzaamheid tov zijn patient en medemens verzekerde? Juist door het op papier te zetten. Het eisen van een handtekening van een patiënt onder een informed consent als voorwaarde voor behandeling, volgt niet uit de wet. Opm isa Nee maar het is ook niet tegen de wet, laat staan tegen de geest van de wet. Het bekrachtigd juist de integriteit en zorgvuldigheid van de man die als arts optreedt. 
Ook door de KNMG is op 16 maart 2021 te kennen gegeven dat (huis)artsen geen extra voorwaarden mogen stellen aan de toediening van vaccinatie tegen Covid-19 zoals het ondertekenen van een informed consent-formulier. Opm isa: Het is geen extra voorwaarde, het is gewoon een instrument waarmee de arts zichzelf en de patient beschermt. Een arts wil het toch niet op zijn geweten hebben dat hij mogelijks schade zou berokkenen aan een medemens? In geval van gerede twijfel is het de PLICHT van de arts om onder voorbehoud op te treden. Er waren genoeg wetenschappelijke factoren en stemmen die twijfel rechtvaardigden. Trek de analogie door naar de schuldvraag: twijfel wordt steeds toegekend aan de beschuldigde = zolang er twijfel is, is de beschuldigde onschuldig. Zolang er twijfel is over het nut en trefzekerheid van het vaccin, is het logisch, en zelfs wenselijk om behoedzaam te zijn en onder voorbehoud de kat uit de boom te kijken. 
De door de huisarts extra gestelde voorwaarde aan het toedienen van vaccinatie werpt onnodig een drempel op voor patiënten om zich te laten vaccineren. De huisarts heeft zijn eigen belang vooropgesteld. Opm isa: nee het voordeel van zorgvuldig en integer handelen is juist de wederkerigheid: het werkt altijd in 2 richtingen, nooit in 1 richting. De man is in het reine met eer en geweten als man en heeft voldaan aan zijn plicht als arts en als man tov zijn medemens. In elk geval één patiënt heeft van de huisarts niet de zorg gekregen die zij wel had moeten krijgen. Hij heeft deze patiënte vervolgens ook niet voor de vaccinatie verwezen naar een andere arts of instantie. De huisarts heeft zich daarmee niet gehouden aan hetgeen voortvloeit uit de WGBO. Opm isa: met een voortvloeien bedoelt men een vermoeden/verwachting, doch het is niet uitdrukkelijk als vereiste vastgelegd want dan zou dat tegen de vrije wil ingaan en de titel van dwang krijgen, wat verboden is. 

3.5.2.2 Het standpunt van de huisarts
Omdat de huisarts de communicatie vanuit het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) over het vaccin AstraZeneca onjuist en onvolledig vond, heeft hij een informatiebrief ten behoeve van zijn patiënten opgesteld. Het stond hem vrij om deze patiënten een informed consent-formulier te laten ondertekenen alvorens tot vaccineren over te gaan en – wanneer zij
niet zouden willen ondertekenen – het vaccineren ook te weigeren.
Het KNMG-advies waarnaar de inspectie verwijst, is op 16 maart 2021 verschenen; dus pas ná het incident met de patiënte die weigerde het formulier te ondertekenen.

De huisarts heeft zijn eigen belang niet vooropgesteld. Zijn informatieverschaffing aan patiënten bleek terecht, gelet op de later ingestelde stop om patiënten met AstraZeneca te vaccineren. De huisarts hoefde patiënte voor vaccinatie niet te verwijzen naar een andere artsof vaccinatielocatie, omdat het een feit van algemene bekendheid was dat ook bij de GGD kon worden gevaccineerd

4.11 Ten tijde van het verweten handelen was in aanvulling daarop de KNMG-richtlijn ‘Off-label voorschrijven’ van 10 juni 2020 van kracht, waarin ten aanzien van de dossierplicht en de informatieplicht het volgende is opgenomen:
“De arts informeert de patiënt dat hij een off-label geneesmiddel krijgt voorgeschreven. De patiënt verleent daarvoor zijn
toestemming (informed consent). Het is aan te raden dit zorgvuldig te documenteren.”
In het NHG-standpunt ‘Off-label voorschrijven in de huisartsenpraktijk’ van januari 2018 was ten aanzien van de dossierplicht en de informatieplicht het volgende opgenomen: “Als een arts offlabel voorschrijft, heeft hij de wettelijke plicht om de patiënt daarover te informeren. Het advies is om de informed consent te vermelden in het dossier. Dit wordt ook wel een verzwaarde informatieplicht genoemd.”
4.12 Er is in het geval van off-label voorschrijven sprake van een verzwaarde informatieplicht. Een absolute voorwaarde is dat de keuze voor off-label voorschrijven uitvoerig en duidelijk met patiënt wordt besproken en dat dit ook duidelijk en volledig wordt
vastgelegd in het medisch dossier. De patiënt moet weten waar hij mee instemt en op de hoogte worden gebracht van de risico’s (ECLI:NL:TGZCTG:2017:97 onjuiste behandeling/verkeerde diagnose)

4.13 Het college heeft uit het dossier èn uit hetgeen de huisarts daar zelf ter zitting over heeft verklaard, vastgesteld dat de huisarts in de door de inspectie genoemde gevallen telkens in strijd met deze zorgvuldigheidseisen handelde. In het dossier van de betreffende patiënt(en) is niet vermeld dat aan de patiënt informatie is verstrekt over de off-label medicatie, noch is
daarin het informed consent genoteerd. Daarmee heeft de huisarts in strijd gehandeld met de op hem rustende informatieplicht en dossierplicht. Het college rekent hem dit in de gegeven omstandigheden zwaar aan. In zoverre is dit klachtonderdeel gegrond.

Klachtonderdeel 2) Informed consent-verklaringen
4.15 Op grond van artikel 7:448 lid 1 en lid 2 BW hoort de arts de patiënt op duidelijke wijze, en desgevraagd schriftelijk, in te lichten over het voorgenomen onderzoek en de voorgestelde behandeling en over de ontwikkelingen omtrent het onderzoek, de behandeling en de gezondheidstoestand van de patiënt. De informatieplicht strekt ertoe de patiënt in staat te stellen goed geïnformeerd te beslissen of hij al dan niet toestemming voor deze behandeling zal geven. Op grond van artikel 7:451 BW kan de patiënt de hulpverlener verzoeken de door hem gegeven toestemming schriftelijk vast te leggen. Uit de parlementaire geschiedenis van artikel 7:451 BW volgt dat schriftelijke vastlegging van de toestemming van de patiënt in een door deze ondertekend stuk ook kan geschieden op verzoek van de hulpverlener. De hulpverlener kan te allen tijde van zijn kant van de patiënt verlangen dat deze meewerkt aan de schriftelijke vastlegging van de voor een bepaalde verrichting verleende toestemming. Indien de patiënt niet mee zou willen werken aan een schriftelijke vastlegging van de toestemming, dan heeft de hulpverlener onder omstandigheden de vrijheid niet tot uitvoering van de verrichting over te gaan, dan wel zou dit voor de hulpverlener mee kunnen brengen dat hij de behandelingsovereenkomst niet aangaat of niet voortzet. In het licht hiervan dient dit
klachtonderdeel ongegrond te worden verklaard.

Inhoudelijk
Voor het geval de inspectie wel ontvankelijk is, is de huisarts van mening dat hij niet verwijtbaar heeft gehandeld.
De huisarts deed zijn uitlatingen in het kader van een debat over het algemeen belang van de bestrijding van de Covid-19-crisis. Zijn visie op het gebruik van HCQ en ivermectine bij de behandeling van Covid-19 is ingegeven door het argument dat in een pandemie alle mogelijke munitie dient te worden gebruikt. De vrijheid van meningsuiting van artsen is specifiek gebaseerd op het vertrouwen van patiënten dat artsen alle beschikbare kennis en middelen zullen aanwenden om het welzijn van patiënten te verzekeren. Het feit dat zijn uitlatingen minderheidsstandpunten betreffen, is daarbij niet van belang. De vrijheid van meningsuiting mag niet worden beperkt tot algemeen aanvaarde ideeën.

Bron: 18-11-2022    Uitspraak tuchtcollege
pdf arts vrijgesproken H2022-3808-ann+s-Hertogenbosch+18+november+2+2022

facebook meldpunt nederland

10 mei 2023  Meijelse huisarts berispt voor uitdelen coronabewijzen