De Europese Ombudsman is een onafhankelijk en onpartijdig orgaan dat de instellingen en agentschappen van de EU ter verantwoording kan roepen en dat zich sterk maakt voor goed bestuur. De Ombudsman helpt mensen, bedrijven en organisaties die problemen hebben met het EU-bestuur, door klachten over wanbeleid van EU-instellingen en -organen te onderzoeken maar ook door zich proactief over bredere systemische vraagstukken te buigen.
Artikel 228 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie geeft de Europese Ombudsman de bevoegdheid onderzoeken te verrichten
naar gevallen van wanbeheer bij het optreden van de instellingen, organen of instanties van de Unie, met uitzondering van het Hof van Justitie van de Europese Unie bij de uitoefening van de gerechtelijke taak.
Elke burger van de Unie heeft het recht een klacht in te dienen bij de Ombudsman. Ook ingezetenen, bedrijven en verenigingen kunnen klachten indienen.
Dit is een van de grondrechten van het burgerschap van de Unie, dat wordt gewaarborgd door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (artikel 43). Het is niet vereist dat een klager persoonlijk gevolgen ondervindt van het wanbeheer of een speciaal belang bij de zaak heeft.
Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon in december 2009 heeft het Handvest van de grondrechten dezelfde rechtskracht als de Verdragen. Daardoor heeft iedereen nu wettelijk het recht op behoorlijk bestuur betreffende zijn of haar zaken door de EU-instellingen.
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
DOCUMENT – DATUM Woensdag | 17 januari 2018
Artikel 228
(oud artikel 195 VEG)
1. Een door het Europees Parlement gekozen ombudsman krijgt de bevoegdheid om kennis te nemen van klachten van burgers van de Unie of van natuurlijke of rechtspersonen met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat over gevallen van wanbeheer bij het optreden van de instellingen, organen of instanties van de Unie, met uitzondering van het Hof van Justitie van de Europese Unie bij de uitoefening van zijn gerechtelijke taak. Hij onderzoekt die klachten en brengt ter zake verslag uit.
Overeenkomstig zijn opdracht verricht de ombudsman het door hem gerechtvaardigd geachte onderzoek op eigen initiatief dan wel op basis van klachten welke hem rechtstreeks of via een lid van het Europees Parlement zijn voorgelegd, behalve wanneer de vermeende feiten het voorwerp van een gerechtelijke procedure uitmaken of hebben uitgemaakt. Indien de ombudsman een geval van wanbeheer heeft vastgesteld, legt hij de zaak voor aan de betrokken instelling, het betrokken orgaan of de betrokken instantie die over een termijn van drie maanden beschikt om hem haar standpunt mee te delen. De ombudsman doet vervolgens een verslag aan het Europees Parlement en aan de betrokken instelling toekomen. De persoon die de klacht heeft ingediend wordt op de hoogte gebracht van het resultaat van dit onderzoek.
Recht op behoorlijk bestuur
(Artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie)
1. Eenieder heeft er recht op dat zijn zaken onpartijdig, billijk en binnen een redelijke termijn door de instellingen, organen en instanties van de Unie worden behandeld.
2. Dit recht behelst met name:
a. het recht van eenieder te worden gehoord voordat jegens hem een voor hem nadelige individuele maatregel wordt genomen;
b. het recht van eenieder om inzage te krijgen in het hem betreffende dossier, met inachtneming van het gerechtvaardigde belang van de vertrouwelijkheid en het beroeps- en het zakengeheim;
c. de plicht van de betrokken diensten, hun beslissingen met redenen te omkleden.
3. Eenieder heeft recht op vergoeding door de Unie van de schade die door haar instellingen of door haar personeelsleden in de uitoefening van hun functies is veroorzaakt, overeenkomstig de algemene beginselen die de rechtsstelsels der lidstaten
gemeen hebben.
4. Eenieder kan zich in een van de talen van de Verdragen tot de instellingen van de Unie wenden en moet ook in die taal
antwoord krijgen
Geef een reactie