Ze baseren zich op verschillende redenen binnen  juridische, economische en sociale overwegingen. 

1. Het zogenaamd Sociaal Contract en Publieke Verantwoordelijkheden

Belastingheffing is volgens hun een essentieel aspect van/voor het functioneren van een samenleving. Overheden (de organisatie) heeft de verantwoordelijkheid om openbare goederen en diensten te financieren, dan denken ze aan infrastructuur, onderwijs, gezondheidszorg en veiligheid. Wij, de samenleving worden geacht de belastingheffing als een sociaal contract te zien, waarbij de burgers bijdragen aan de kosten van het leven in een georganiseerde staat. Deze bijdrage wordt gezien als een verplichting die voortvloeit uit het burgerschap. Dat is hoe je ernaar kijkt? als iets een voordeel is dan ervaar je het niet als een belasting, feit dat je het als belasting kan ervaren is het gebrekkig in het brengen van voordeel. Tja denken is blijkbaar heel lastig.  

2. Evenwichtige Zorg voor Publiek Belang

Belastingheffing wordt vaak gerechtvaardigd vanuit de aanmame/ het idee dat de “opbrengsten” (die geen opbrengsten zijn maar afpersing)  worden gebruikt voor het algemeen welzijn (oorlog noem ik geen algemeen welzijn). Overheden zouden een evenwicht zoeken tussen het beschermen van eigendomsrechten en het voldoen aan de behoeften van de samenleving. Ik heb geen behoefte aan oorlog, nog aan bescherming tegen ziekte dus 95%vd belasting is een nutteloze post voor mij;  Als belastingheffing proportioneel is en in overeenstemming met de wet-geving, dan is het in de sjakos en wordt het als legitiem ( tot wet verheft) beschouwd. Halleluja mogen wij toch van geluk spreken met zulk edel gedrag 😉

3. Proportionaliteit
De rechtsbeginselen die door internationale en nationale rechtssystemen worden erkend (zoals het beginsel van proportionaliteit) gaan ervan uit dat maatregelen zoals belastingheffing niet onevenredig mogen zijn. Belastingen moeten redelijk en gerechtvaardigd zijn, wat betekent dat ze in verhouding moeten staan tot de voordelen die burgers ontvangen. Als de belasting eerlijk en transparant wordt opgelegd, valt deze doorgaans binnen de grenzen van het eigendomsrecht.

4. Wettelijke Basis
Belastingheffing is in de meeste landen gereguleerd door wetgeving. Dit betekent dat belastingwetten moeten worden goedgekeurd door de wetgevende macht, en dat belastingplichtigen rechtsbescherming hebben tegen willekeurige of onredelijke belastingheffing. Dit schept een juridisch kader waarbinnen belastingheffing plaatsvindt, waardoor de rechtmatigheid ervan wordt verzekerd.

5. Compensatie en Waardecreatie
Belastingheffing wordt in veel gevallen ook gezien als een manier om profite van publieke voorzieningen. Eigendom kan waarde genereren door de infrastructuur, veiligheidsdiensten en andere openbare voorzieningen die door belastingmiddelen worden gefinancierd. Belastingheffing kan dus worden gezien als een manier om bij te dragen aan de waarde die wordt gerealiseerd door deze voorzieningen.

6. Jurisprudentie bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Eerdere uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens hebben erkend dat belastingheffing een legitieme inbreuk kan zijn op eigendomsrechten, zolang deze in een rechtsstatelijke context plaatsvindt. Dit houdt in dat als de belastingwetgeving duidelijk is, transparante procedures hanteert en redelijk is, belastingheffing niet noodzakelijkerwijs strijdig is met eigendomsrechten.

Conclusie
Belastingheffing vormt geen automatische schending van eigendomsrechten, aangezien het een legitieme activiteit is die binnen een rechtsstatelijk kader plaatsvindt. Het bovenstaande wijst op een breed erkend principe dat wanneer belasting verantwoordelijk en proportioneel wordt geheven, het niet in strijd is met de bescherming van eigendomsrechten, maar eerder een essentieel onderdeel vormt van het functioneren van een samenleving.