Het Charter of de Keure van Kortenberg was een oorkonde die op 27 september 1312 in de abdij van Kortenberg werd uitgevaardigd door hertog Jan II van Brabant. Het Brabants constitutionalisme werd op een beslissende manier versterkt door alle onderdanen rechten te verlenen en een verre voorloper van de rechtsstaat in te voeren.
De traditie van hertogelijke charters in Brabant was verbonden met het veilig stellen van de opvolging en ging terug tot 1248. In dat jaar had Hendrik II een charter uitgevaardigd waarmee hij fiscale en gerechtelijke vrijheden die sommige steden al genoten, uitbreidde tot het hele land. Zijn zoon Hendrik III hernieuwde dit in 1261. Bij die gelegenheid sloten de steden een pact om toe te zien op de naleving ervan.
In 1312 zag de zieke hertog Jan zijn dood naderen. Door de benarde politieke en financiële situatie was de opvolging door zijn twaalfjarige zoon geen evidentie. In deze omstandigheden besloot de hertog om net als zijn voorgangers het pad te effenen door toezeggingen te doen. Hij riep daarvoor de belangrijkste edelen en vertegenwoordigers van de steden samen in de abdij van Kortenberg.
De vergadering kwam tot overeenstemming over een tekst van elf artikelen. Voor een groot deel werden de eerder toegestane vrijheden bevestigd en uitgebreid. De grote vernieuwing lag vooral in de Raad die werd opgericht om toe te zien op de naleving.
Doorheen het charter werd steeds herhaald dat ook de erfgenamen (hoyr) en nakomelingen van de hertog erdoor gehouden waren. Het gold op het hele grondgebied van het hertogdom, maar was feitelijk gericht tot de wereldlijke standen. De geestelijkheid kreeg eigen toezeggingen in een priviligiebrief van 3 oktober 1312.
Fiscaal privilege[bewerken | brontekst bewerken]
De hertogen mochten nooit nog belastingen heffen (settinghe, no bede nemen), tenzij in drie klassieke, feodale gevallen: ridderschap (van een zoon), huwelijk (van een dochter) en gevangenneming (van de hertog zelf). Zelfs in deze gevallen moeten de beden zodanig redelijk zijn dat ze geen onderdanen “kwetsen”. Het vierde klassieke geval, kruistocht, was niet opgenomen.
Rechtsstaat[bewerken | brontekst bewerken]
Een belangrijk artikel is gewijd aan wat nu de rechtsstaat zou worden genoemd: de manier waarop de hertogen onsen lieden, riken en armen, wet en vonnesse doen. Geen willekeur meer, maar bestuur volgens bestaande of in te voeren wetten en bestraffing bij vonnis.
Stedelijk privilege[bewerken | brontekst bewerken]
De hertogen zullen de oude rechten en vrijheden van de steden eerbiedigen en ze niet verplichten om buiten het eigen recht om te handelen.
Inspraakprivilege[bewerken | brontekst bewerken]
Een Raad wordt opgericht bestaande uit vier ridders (de orborlecste en de vroedste die men vinden mach)[1] en tien stedelijke afgevaardigden, verdeeld als volgt:
- drie uit Leuven;
- drie uit Brussel;
- een uit Antwerpen;
- een uit ‘s-Hertogenbosch;
- een uit Tienen;
- een uit Zoutleeuw.
Bij de confirmatie in 1332 werd er nog een tweede vertegenwoordiger uit Antwerpen en een uit Nijvel toegevoegd, zodat de Raad op zestien leden kwam. De twee Antwerpse vertegenwoordigers werden in 1372 vervangen door afgevaardigden uit Lier en Herentals, omdat de Scheldestad in die periode onder Vlaams bewind stond en niet meer happig was om in de Kortenbergse raad te zetelen.
Deze Heeren van Cortenbergh worden door de hertog gekozen bi ghemeinen rade van onsen lande (lees: in overleg met de edelen en steden verzameld in een raad van het land). Ze zullen driewekelijks vergaderen te Kortenberg om na te gaan of de bepalingen van het charter nageleefd werden en om in de toekomst verbeteringen aan te brengen in het beheer van het land. Bij overlijden of onbekwaamheid van een lid zal een vervanger worden aangeduid door tussenkomst van de Raad zelf.
De leden van de Raad moesten zweren dat ze de hertogen en alle burgers (allen den lieden van onsen lande, rike ende aerme) naar best vermogen zouden “bewaren” en recht doen.
De Raad is niet te verwarren met de latere Raad van Brabant, een rechtscollege dat zich onder Filips de Goede verzelfstandigde uit de hertogelijke raadkamer (camera).
Weerstandsrecht[bewerken | brontekst bewerken]
De handhaving van het Charter werd mee gewaarborgd door een jus resistendi. Als de beslissingen van de Raad niet werden nageleefd, zou geen recht worden gesproken of dienstgedaan tot er gevolg aan werd gegeven.
Betekenis en invloed[
De Cartthe van Corthenberghe is de eerste op het Europees vasteland uitgevaardigde keure die de vrijheden van de burger omschrijft. Ze volgt bijna een eeuw na de Engelse Magna Carta, maar had een ruimere draagwijdte: niet enkel edelen genoten bescherming, maar iedereen (riken ende aermen).
In het prinsbisdom Luik vonden ondertussen gelijkaardige ontwikkelingen plaats. Vier jaar na de ondertekening van het Kortenbergse charter werd de Vrede van Fexhe er afgesloten. Dit was eveneens een grondwettelijk document, dat op sommige punten beïnvloed is door zijn Brabantse equivalent (zoals het Tribunal des XXII).
Na de dood van Jan II zou het Charter van Kortenberg bevestigd en aangevuld worden in twee oorkonden van 12 juli 1314, die Waalse charters werden genoemd. Ze kwamen er omdat de adellijke voogdij over Jan III niet bleek te volstaan om de hertogelijke financiën onder controle te krijgen. Buitenlandse schuldeisers gingen zelfs zo ver om Brabantse handelaars aan te houden. De steden dwongen dan maar zelf de voogdij af en oefenden deze van 1314 tot 1320 ook effectief uit. Zelfs het muntbeleid namen ze over. Door de betrokkenheid van Jans schoonvader Lodewijk van Évreux waren deze charters in het Frans gesteld. Een ervan werd al snel in het Nederlands vertaald en wordt daardoor aangeduid met de enigszins verwarrende benaming Vlaams Charter. Het andere is in de moderne historiografie “het” Waals Charter.
Samen zouden deze documenten uit 1312-1314 de grondwet vormen voor het hertogdom in de 14e eeuw. De Raad was in de eerste plaats een rechtscollege, maar oefende ook bestuursfuncties uit via ordonnanties. Driewekelijks vonden de rechtszittingen of genechten plaats. De effectieve installatie bleef lange tijd uit maar kwam er uiteindelijk twintig jaar na de bezegeling onder druk van buitenlandse dreiging.[2] De Raad functioneerde anders dan eerst beschreven: de controle op het bestuur van het hertogdom gebeurde via gemeentelijke onderzoekscommissies (besoecken). Na een achttal jaar werking van ongeveer 1332 tot 1340 ging de Raad weer op non-actief, om in de periode 1350-1356 de werkzaamheden te hervatten. Na een nieuwe luwte brak een finale periode aan in 1372-1378. Belangrijke activiteiten vonden plaats in 1333, 1334, 1354, 1363, 1372 en 1381. De onregelmatigheid valt te verklaren door hertogelijke tegenkanting en dreigementen, maar ook doordat inspraak werd afgedwongen via de standenvertegenwoordiging van Brabant, die intensief vergaderde.
De enige beslissing van de Raad die nog fysiek bewaard is, toont direct de autonomie aan waarmee hij optrad: een afzetting van twee hertogelijke meiers. Dankzij dit document van 12 november 1340 is ook het eigen zegel van de Raad van Kortenberg gekend.[3]
De Blijde Inkomst van 3 januari 1356 moest de bestaande rechten consolideren en verder uitbouwen, maar bleef uiteindelijk dode letter. Dit kwam door de Vlaamse bezetting en de daarop volgende intrekking te Maastricht (februari 1357). De voorheen verleende charters en keuren werden daarentegen bevestigd.
Conservatie[bewerken | brontekst bewerken]
Van sommige steden is een origineel exemplaar van het charter bewaard, van andere een vidimus. De enorme perkamenten werden niet ondertekend, maar naar het gebruik van die tijd hechtten de partijen er hun zegel aan.
In 1332 en 1372 werden confirmaties van het charter gemaakt, die op sommige detailpunten verschilden. Enkel de Leuvense en Antwerpse originelen zijn nog bewaard.[4] Uit Zoutleeuw en Tienen zijn kopieën bewaard van enkele decennia na de ondertekening. De Brusselse versie is verloren gegaan bij de Franse bombardementen van 1695.
Tentoonstelling[bewerken | brontekst bewerken]
In 2012 werd de ondertekening van de keure herdacht met een expositie te Kortenberg: Expo 1312 – 700 jaar Charter van Kortenberg.
Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]
Externe links[bewerken | brontekst bewerken]
- 700 jaar vrijheidscharter van Kortenberg, 29 september 2012, deredactie.be
- Het Charter van Kortenberg op Brabantserfgoed.nl
- Het Charter van Kortenberg in het Antwerpse FelixArchief
Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]
- A.-J. Bijsterveld, “Ten geleide. Het Charter van Kortenberg (1312) als inspiratiebron voor stedelijke identiteit en herinneringscultuur in het oude hertogdom Brabant (veertiende-twintigste eeuw)”, in: Noordbrabants Historisch Jaarboek, vol. 29, 2012
- Wim Blockmans en Raymond Van Uytven, “Constitutions and their Application in the Netherlands during the Middle Ages“, in: Revue belge de philologie et d’histoire, 1969, nr. 47-2, p. 399-424
- Pieter Gorissen, Het Parlement en de Raad van Kortenberg, Leuven, Nauwelaerts, 1956, 108 p.
- Jelle Haemers en Bram Vannieuwenhuyze, “Het Charter van Kortenberg en de constitutionele geschiedenis van Brabant”, in: Eigen schoon en De Brabander, 2013, nr. 1, p. 1-22
- Émile Lousse, “Les deux Chartes romanes brabançonnes du 12 juillet 1314”, in: Bulletin de la Commission royale d’histoire, 1932, p. 1-47
- Joseph Van der Straeten, Het Charter en de Raad van Kortenberg, 2 dln., 1952
- Henri Vannoppen, Kortenberg 1095–1995, Borgerhout, 1995
- Raymond Van Uytven, “Het charter en de raad van Kortenberg herdacht”, in: Noordbrabants Historisch Jaarboek, vol. 29, 2012, p. 17-28
- Valerie Vrancken, De Blijde Inkomsten van de Brabantse hertogen. Macht, opstand en privileges in de vijftiende eeuw, Brussel, 2018, p. 52–56
Voetnoten[bewerken | brontekst bewerken]
- ↑ Vertaling: “de meest bekwame en wijze die men kan vinden”.
- ↑ Wim Blockmans, Medezeggenschap. Politieke participatie in Europa vóór 1800, 2020, p. 184
- ↑ Het toont een berg bekroond met een enkele boom. Rechts van de berg is de gekartelde écu van Brabant-Limburg afgebeeld met de vier leeuwen; links een écu met twee gekruiste handen. Het Latijnse opschrift luidt: SIGILLUM : COMMVNE : CONSILII DE CORTENBERGHE (“Gewoon zegel Raad van Kortenberg”).
- ↑ 700 jaar vrijheidscharter van Kortenberg, deredactie.be, 25 september 2012 (bezocht op 21 augustus 2014)
bron wikipedia
Geef een reactie