§ 12.: De schulden die deze ontwikkeling van het recht bij de Italiaanse en provinciale wereld heeft gelegd.
Als we ons afvragen wat de grote drijfveer was achter deze ontwikkeling van het recht door interpretatie door de magistraat, dan zullen we ontdekken dat deze ten dele bestond uit het contact met vreemde volkeren; ten dele (hoewel waarschijnlijk in mindere mate) uit de nieuwe opvoedkundige invloeden die het leven van de Romeinse edelen vorm gaven. De neiging tot experimenteren en aanpassen, tot een ongeloof in alles wat vast en star is, is door en door Romeins; maar externe omstandigheden waren in hoge mate verantwoordelijk voor de specifieke lijnen waarlangs deze neiging zich moest bewegen. De juridische consequentie van het contact met vreemde rassen wordt samengevat in de uitdrukking Jus Gentium. Het woord “Gentes” betekent in deze samenstelling “de wereld2”; en het is mogelijk dat, toen de uitdrukking Jus Gentium voor het eerst werd gevormd, Editie: lopend; Pagina: [xxxv] Rome zichzelf beschouwde als nogal buiten deze wereld, waarvan zij de gebruiken beschouwde, hoewel zelfs haar vroegste praktijk blijk gaf van een innerlijke overtuiging dat zij er inderdaad een zeer integraal deel van uitmaakte. Op het moment dat zij handel begon te drijven met de buitenlander, of dat nu in Italië, Sicilië of Afrika was, moet zij hebben ingezien dat haar eigen Jus Civile een onmogelijke basis was voor handelsbetrekkingen. Als de Romein zich niet wilde onderwerpen aan de ingewikkeldheden van de wet van een andere staat, was de buitenlandse handelaar even weinig geneigd zich te schikken naar de vervelende formaliteiten van het Romeinse recht. Er moest een gemeenschappelijke grondslag worden gevonden als basis voor een gemeenschappelijk gerechtshof dat zou kunnen oordelen over de aanspraken van het internationaal privaatrecht. Deze gemeenschappelijke grondslag werd gevonden in het Jus Gentium; de gemeenschappelijke rechtbank was die van de Recuperatores uit vroegere tijden1. De geschiedenis van het Praetoraat doet ons denken dat het Jus Gentium reeds lang vóór het midden van de derde eeuw v. Chr. een wijzigende invloed op het Romeins recht moet hebben uitgeoefend; want wij hebben gezien dat gedurende meer dan 120 jaar één Praetor recht sprak zowel over Cives als over Peregrini2. Eén enkele magistraat publiceerde en behandelde dus twee verschillende rechtssystemen. Maar het lijkt onmogelijk dat hij de twee absoluut gescheiden kon houden, vooral wanneer de eenvoud en universaliteit van het Jus Gentium in schril contrast stond met de complexiteit en eigenaardigheid van het Jus Civile. De starheid van de vormen van het Romeinse recht kan zelfs in deze vroege periode aan het wankelen zijn gebracht. Maar toen een tweede Praetor werd aangesteld om een speciaal edict voor Peregrini op te stellen, moet het Jus Gentium een nog vollediger en systematischer uitdrukking hebben gevonden. De procedure volgens welke de wettelijke aanspraken van vreemdelingen geldend werden gemaakt, moet vollediger zijn uitgewerkt. Dit was de procedure door formule, die het prototype zou leveren voor de methode die door Praetor Urbanus werd aangenomen, en die de oudere procedure door Legis Actio in de meeste Romeinse rechtbanken zou vervangen. Evenmin kan de invloed van het Edictum Provinciale worden genegeerd, hoewel dit later kwam en op een tijdstip waarop de typische elementen van de Romeinse procedure waren vastgelegd. Rome haalde een aantal ideeën uit het gehelleniseerde Oosten, zoals het vroeger een aantal ideeën uit Magna Graecia had gehaald. Het was waarschijnlijk uit het contact met het Oosten dat zij de kennis verwierf van eenvoudige vormen van schriftelijke overeenkomsten zoals Syngrapha en Chirographa, en dat zij haar theorie van Hypotheek (Hypotheca) verwierf.

Vertaald met www.DeepL.com/Translator (gratis versie)

§ 12.: The debts which this development of law owed to the Italian and provincial world.

If we ask what was the great motive power which lay behind this development of law through interpretation by the magistrate, we shall find it to consist, partly in contact with foreign peoples; partly (although probably in a less degree) in the new educational influences which were moulding the lives of the Roman nobles. The tendency to experiment and adaptation, to a disbelief in anything fixed and rigid, is thoroughly Roman; but external circumstances were very largely responsible for the particular lines on which this tendency was to move. The legal consequence of contact with foreign races is summed up in the phrase Jus Gentium. The word ‘Gentes’ in this collocation means ‘the world2’; and it is possible that, when the expression Jus Gentium was first formed, Edition: current; Page: [xxxv] Rome regarded herself as rather outside this world whose customs she was contemplating, although even her earliest practice showed an inner conviction that she was a very integral part of it indeed. The moment that she began to trade with the foreigner, whether in Italy, Sicily, or Africa, she must have seen that her own Jus Civile was an impossible basis for trading relations. If the Roman had no liking to submit to the intricacies of the law of some other state, the foreign trader had equally little inclination to conform to the tedious formalities of Roman law. Some common ground had to be discovered as the basis for a common court, which might adjudicate on the claims of Private International Law. This common ground was found in the Jus Gentium; the common court was that of the Recuperatores of early times1. The history of the Praetorship leads us to think that the Jus Gentium must have begun to exercise a modifying influence on Roman law long before the middle of the third century b. c.; for we have seen that for more than 120 years a single Praetor administered justice both to Cives and Peregrini2. A single magistrate therefore published and dealt with two distinct systems of law. But it would seem to be impossible that he could have kept the two absolutely distinct, especially when the simplicity and universality of the Jus Gentium stood in marked contrast to the complexity and singularity of the Jus Civile. The rigidity of the forms of Roman law may have been shaken even at this early period. But when a second Praetor was appointed to frame a special edict for Peregrini, the Jus Gentium must have found a still more complete and systematic expression. The procedure by which the legal claims of aliens were asserted must have been more fully elaborated. This was the procedure by Formula, which was to furnish the prototype for the method adopted by the Praetor Urbanus, and to replace the older procedure by Legis Actio in most of the Roman courts of law. Nor can we ignore the influence of the Edictum Provinciale, although this came later and at a time when the typical elements in Roman procedure had been fixed. Rome gained some ideas from the Hellenised East, as in early days she had gained some from Magna Graecia. It was probably from contact with the East that she gained the knowledge of such simple forms of written agreement as Syngrapha and Chirographa, and that she acquired her theory of Mortgage (Hypotheca).

bron