Genesis 1,26 En God zeide: Laat Ons mensen maken naar ons beeld, naar onze gelijkenis; en laat hen heersen over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over het vee, en over de ganse aarde, en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt. 27 Alzo schiep God den mens naar zijn beeld, naar het beeld Gods schiep hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep hij hen. 28 En God zegende hen, en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar en vermenigvuldigt u, bevolkt de aarde en onderwerpt haar; en heerst over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over al wat zich op de aarde beweegt. 2.7 En de Here God formeerde den mens uit het stof der aarde, en blies in zijn neusgaten den adem des levens; en de mens werd tot een levende ziel.
Job 32:21 Laat mij niet, bid ik u, iemands persoon aannemen, noch laat mij de mens vleiende titels geven. 22 Want ik weet dat ik geen vleiende titels mag geven; als ik dat zou doen, zou mijn schepper mij spoedig wegnemen.
Deuteronomium 1.17 Gij zult in het oordeel geen achting hebben voor personen, maar gij zult zowel de kleinen als de groten horen; voor het aangezicht des mensen zult gij niet vrezen, want het oordeel is van God; en de zaak, die u te zwaar is, brengt ze tot Mij, en Ik zal haar verhoren.
Spreuken 28:21 Het is niet goed om respect te hebben voor een persoon; ; dat men voor een stuk brood zal zondigen..
Mattheus 22:16 En zij zonden tot hem hun discipelen uit, met de Herodianen, zeggende: Meester, wij weten, dat gij waarachtig zijt, en den weg Gods in waarheid leert, en dat gij u om niemand bekommert; want gij hebt geen acht op den persoon der menschen.
Ecclesiasticus 4:22 “Aanvaard geen persoon tegen uw ziel, en laat de eerbied van geen mens u doen vallen. 27 Maak u niet tot een ondergeschikte van een dwaas, en aanvaard de persoon van een machtige niet.”10.5 “In de hand van God is de voorspoed van de mens; en op de persoon van de schriftgeleerde zal hij zijn eer leggen.”35.1 Wie zich aan de wet houdt, brengt genoeg offers; wie zich aan het gebod houdt, brengt een vredesoffer 35. 3 Af te wijken van goddeloosheid is een zaak die de Heer behaagt; en het verzaken van ongerechtigheid is een zoenoffer.35;12 Denk niet te corrumperen met geschenken; want zulke zal hij niet ontvangen; en vertrouw niet op onrechtvaardige offers; want de Heere is Rechter, en bij Hem is geen aanzien des persoons.
galaten 3.21: “Is de wet dan in strijd met de beloften van God? God verbiedt het; want indien er een wet was geweest, die leven had kunnen geven, waarlijk, de gerechtigheid had door de wet moeten geschieden.”
THE ENGLISH JAMES KING VERSION
Genisis 1.26 And God said, Let us make man in our image, after our likeness: and let them have dominion over the fish of the sea, and over the fowl of the air, and over the cattle, and over all the earth, and over every creeping thing that creepeth upon the earth. 27 So God created man in his own image, in the image of God created he him; male and female created he them. 28 And God blessed them, and God said unto them, Be fruitful, and multiply, and replenish the earth, and subdue it: and have dominion over the fish of the sea, and over the fowl of the air, and over every living thing that moveth upon the earth. 2.7 And the Lord God formed man of the dust of the ground, and breathed into his nostrils the breath of life; and man became a living soul.
Job 32.21 Let me not, I pray you, accept any man’s person, neither let me give flattering titles unto man. 22 For I know not to give flattering titles; in so doing my maker would soon take me away.
Deuteronomium 1;17 Ye shall not respect persons in judgment; but ye shall hear the small as well as the great; ye shall not be afraid of the face of man; for the judgment is God’s: and the cause that is too hard for you, bring it unto me, and I will hear it.
Proverbs 28:21 To have respect of persons is not good: for for a piece of bread that man will transgress.
Matthew 22.16 And they sent out unto him their disciples with the Herodians, saying, Master, we know that thou art true, and teachest the way of God in truth, neither carest thou for any man: for thou regardest not the person of men.
Ecclesiasticus 4:22 “Accept no person against thy soul, and let not the reverence of any man cause thee to fall. 27 Make not thyself an underling to a foolish man; neither accept the person of the mighty.”10.5 “In the hand of God is the prosperity of man: and upon the person of the scribe shall he lay his honour.”35.1.He that keepeth the law bringeth offerings enough: he that taketh heed to the commandment offereth a peace offering. 35.3 To depart from wickedness is a thing pleasing to the Lord; and to forsake unrighteousness is a propitiation. 35:12 Do not think to corrupt with gifts; for such he will not receive: and trust not to unrighteous sacrifices; for the Lord is judge, and with him is no respect of persons.
Galatians 3.21: “Is the law then against the promises of God? God forbid: for if there had been a law given which could have given life, verily righteousness should have been by the law.”
bronnen
Geef een reactie