Ons geldsysteem

moet werken voor de mensen, en niet de mensen voor het geld.” Deze boodschap komt van de valutaspecialist Bernard Lietaer;

Bernard A. Lietaer, visionair en internationale executive in pak en das geboren in Kortrijk (belgië) en duidelijk begiftigd met gezond vlaams boerenverstand  😀 , reisde 40 jaar de wereld rond om ten slotte neer te strijken in Californië. Als topambtenaar bij de Belgische Nationale Bank stond Lietaer mee aan de wieg van de ecu, de voorloper van de euro. Hij was consultant voor multinationals en regeringen in Latijns-Amerika en kreeg een onderscheiding van Business Week als beheerder van een offshore-valutafonds. Bernard Lietaer is van alle markten thuis. Maar waarom schrijft zo’n man dan een boek als Het geld van de toekomst, een zoektocht naar een economie van duurzaamheid, wijsheid en zorg? 

De monetaire toekomst is een hogedrukketel, want een monetaire crash hangt voortdurend in de lucht. Sinds de Amerikanen in 1971 de goudstandaard opgaven, zijn de financiële markten helemaal op drift geraakt. Kijk naar de opeenvolging van crisissen de voorbije jaren: Mexico, Rusland, Zuidoost-Azië, Brazilië. Maar dan tachtig landen kampten met een monetaire crash. 48 massieve meltdowns tussen 1637 en 1929 zijn gekend;

Sedert 1970 legde het IMF ht volgende vast:

  • 145 bank crashes
  • 204 monetaire collapses
  • 72 soevereine schuld crisissen

Er is ook de verouderingsgolf: hoe blijven we de komende dertig jaar onze pensioenen en gezondheidszorg betalen? De economische groei brengt het voortbestaan van de aarde zelf in gevaar. En ondanks die aanhoudende groei zitten nog steeds honderden miljoenen mensen zonder werk.

,,De toekomstvisionairen hebben het wel heel erg fout ingeschat. Vijftig jaar geleden voorspelden ze een werkweek van twintig uur dankzij de technologische vooruitgang. Daar klopt niets van. De meeste mensen in het Westen werker nu harder dan ooit tevoren: vijftig, zestig uur. Terwijl tegelijk massa’s anderen in de wereld al generaties zonder baan zitten. Dat is de werkelijkheid vandaag: jobless growth. Bij elke technologische versnelling gaan steeds weer banen voor de bijl.

Een ander verontrustend fenomeen in de Verenigde Staten zijn de armoebanen. Zelfs werk is geen garantie meer tegen economische uitsluiting. Om het hoofd boven water te houden, hebben velen twee of drie banen nodig.”

Waar moet dat heen?

,,Kijk, het is altijd een illusie geweest dat economische groei wereldwijd banen en welvaart zou scheppen. In de industriële samenleving bleef de uitsluiting nog beperkt tot de derde wereld, nu zien we die ook thuis. Omdat de arbeidsmarkt in het nieuwe kennistijdperk zo snel evolueert: vroeger kostte omscholing één generatie, nu gebeurt dat al om de drie jaar. En ik zie niet zoveel staalarbeiders die zich in een handomdraai tot computerprogrammeur kunnen omschakelen. En dus krijg je een heel nieuwe opdeling van haves en have-nots, ditmaal met kennis met criterium.

Je ziet de brokken nu al, steeds meer mensen kunnen niet meer volgen. En dit is pas het begin. De volgende twintig jaar krijgt de mensheid grotere veranderingen te verwerken dan in de voorbije twee eeuwen samen. Maar ik zie dat niet noodzakelijk als een catastrofescenario. Het kan ook een kans op dramatische verbeteringen zijn.”

Sommige believers voorspellen een ‘revolutie van eerlijkheid’: de informatiesamenleving brengt een welvaartsgroei op ongekende schaal.

,,Omdat informatie uitgewisseld wordt. Ik verlies niets als u mijn boek leest, integendeel, we worden er allebei beter van. Hoe beter beschikbaar informatie is, hoe waardevoller ze wordt. Men noemt dat ook wel het fax-effect. Zolang u de enige bezitter van een fax bent, is het ding waardeloos. Hoe meer faxen er bestaan, hoe nuttiger uw eigen fax wordt. Dat is het omgekeerde van de traditionele economie, waar alles draait om schaarste. Goud, diamanten, grond zijn des te meer waard als er weinig van voorhanden is. Informatie draait om overvloed.”

Maar intussen overtreft de rijkdom van informatiebaron Bill Gates wel die van ettelijke Afrikaanse ellendelanden. Sommigen zien de roofridders uit het begin van de industriële revolutie al opnieuw opstaan.

,,Digitaal geld vliegt de wereld rond zonder grenzen, het is alleen nog een bliepje op een computerscherm. Nationale banken en regeringen hebben geen enkele controle meer over de multinationals. Het is een mogelijk toekomstscenario, op dit ogenblik allicht zelfs het meest waarschijnlijke: het ‘Corporate Millennium’, waar grote bedrijven de plaats innemen van de staat. Ik denk dat ze ook hun eigen muntsysteem zullen opzetten. Je ziet de trend nu al. Met Frequent Flyer-punten kun je vandaag ook auto’s huren, vakantie of een hotel betalen. Het is alleen maar wachten tot een mondiale speler zoals American Express of Microsoft een eigen ondernemingsmunt lanceert.”

In uw boek schetst u nog vier andere toekomstscenario’s. Laten we het ‘Status-quo’ en de ‘Hel op Aarde’ maar liever vergeten. Ietsje aantrekkelijker zijn de ‘Zorgzame Samenlevingen’: na een wereldwijde monetaire crash zullen alleen kleine zelfvoorzienende gemeenschappen overleven.

,,Er is geen wereldeconomie meer. Plaatselijke gemeenschappen zullen ruilhandel bedrijven en lokale munten gebruiken, net zoals in de Middeleeuwen. Ook dat scenario is niet zo fantastisch als het lijkt. Weet u dat vandaag een kwart van de wereldhandel uit ruilhandel bestaat. Pepsi-Cola, bijvoorbeeld, levert frisdrank aan Rusland in ruil voor wodka, die het in Europa en de Verenigde Staten weer voor kasgeld verkoopt. En ook de ‘Hel op Aarde’ — de wereld waar ieder-voor-zich de enige wet is — bestaat al. Kijk naar de toenemende verarming in de rijke Amerikaanse samenleving. Je hebt zelfs al daklozen met een baan.”

Maar u blijft optimist. Uw vijfde toekomstscenario is het Utopia van de ‘Duurzame Voldoening’: een samenleving die meer welzijn, werk en zelfs meer wijsheid biedt. Ook economen kunnen blijkbaar niet zonder dromen.

,,Het is geen droom, weet u. Ik zie dat als een realistisch alternatief. Het staat buiten kijf dat ons economische systeem de komende decennia steeds grotere aantallen mensen zal uitstoten. Met onze sociale zekerheid alleen zullen we dat niet kunnen opvangen. Die wordt onbetaalbaar. Zeker als we ze met belastingen moeten blijven financieren.”

Want het grote geld zit meteen in een belastingparadijs. Dat weet u als voormalige beheerder van een offshore-valutafonds maar al te goed.

,,Ja (lacht). Dus moeten we op zoek naar een nieuw sociaal vangnet. Dat bestaat niet uit uitkeringen. We moeten de mensen weer werk en een plaats in de samenleving geven. En hoe doen we dat? Door een nieuwe economie van banen en diensten te scheppen, die niet meer draait rond dollars en euro’s. Laat het geld eindelijk voor ons werken in plaats van wij voor het geldsysteem.”

Beschikt u soms over een toverstokje?

,,Nee, ik zeg alleen maar: we moeten afstappen van ons conventionele denken over geld. Merkwaardig toch: geld bepaalt ons hele bestaan en we weten er niets over. Net zoals een vis niets afweet van het water waarin hij leeft. Economen hebben bibliotheken volgeschreven over hoe ons financiële systeem werkt, maar niemand stelt de vraag: wat is geld eigenlijk?

Geld heeft alles te maken met magie. Kijk naar de symbolen op onze bankbiljetten. Banken imiteren van oudsher de architectuur van tempels. En ook onze centrale bankiers hullen zich dolgraag in de mysterieuze aura van orakels. Denk aan Alan Greenspan, de voorzitter van de Amerikaanse centrale bank, en zijn befaamde quote: ‘Als u mij hebt begrepen, heb ik me niet duidelijk uitgedrukt.’ Alle dure praatjes van financiële goeroe’s moeten vooral verbergen dat de keizer geen kleren draagt. Want wat is geld tenslotte? Niet meer dan een vertrouwensspel, een geloof in een geloof. Of u nu een biljet van 20 euro ontvangt of een vodje papier met de boodschap ‘goed voor 20 euro’: het maakt geen enkel verschil.”

In de crisisjaren dertig kwamen ook bij ons weer oude betalingssystemen in zwang.

,,In een arme streek van Texas werd de dollar vervangen door konijnenstaarten. Op andere plaatsen werd betaald met zeeschelpjes. Wat doet het er ook toe? Geld is alleen een maatschappelijke conventie om iets als betaalmiddel te gebruiken.

Kent u het verhaal van de Duitse wara ? In de jaren twintig was de monetaire toestand in Weimar-Duitsland door een voorthollende inflatie volledig uit de hand gelopen. Postzegels kostten miljarden, betalen voor een brood vereiste een kruiwagen vol geld. Dagelijkse loononderhandelingen gingen aan het werk vooraf. Salarissen werden tweemaal per dag uitbetaald en meteen uitgegeven.”

Hallucinant.

,,In het mijnstadje Schwanenkirchen dreigde de steenkoolmijn te moeten sluiten. De eigenaar stelde zijn arbeiders voor het gros van hun loon uit te betalen in wara, een papier dat zijn waarde haalde uit de opgedolven steenkool en waarmee je ook in de plaatselijke winkels inkopen kon doen. Dat werkte wonderwel. Het ‘warageld’ maakte school in heel Duitsland als voorbeeld van ‘vrije economie’, duizenden bedrijven namen het over. Tot de minister van Financiën in 1931 de wara verbood. Toen was er maar één oplossing uit de crisis meer: de dictatuur van Hitler.”

De meeste economische handboeken beschouwen geld als waardeneutraal, een simpel ruilmiddel. U ziet dat anders: ons geldstelsel bepaalt volledig in welke maatschappij we leven en hoe we met elkaar omgaan.

,,De basis van ons geldsysteem is bankschuld. Zonder schulden bestaat er geen geld en wie schuld zegt, zegt meteen ook rente. Mensen vandaag kunnen zich geen geld zonder interest voorstellen, maar in het grootste deel van de geschiedenis was dat absoluut niet zo. De grote religies, jodendom, christendom en islam, zagen elke interest op geld als onwettig. Bij de oude Egyptenaren gold zelfs een soort negatieve interest. Herinner u de graanschuren van de farao: boeren dropten er hun graan, dat als geldbasis diende. Maar daarvoor moesten ze natuurlijk opslagkosten betalen. Het was dus in hun belang dat het geld zo veel mogelijk circuleerde. Een heel ander plaatje dan bij ons, waar je verdient met het oppotten van geld. Zo bevorderen we een kunstmatige schaarste.”

Dus rente is de grote boosdoener?

,,Rente heeft onze industriële samenleving gebouwd. Rente stimuleert de concurrentie tussen de deelnemers aan het geldspel. Rente stuwt de tredmolen van de groei zonder einde, zelfs bij gelijkblijvende welvaart. Rente zorgt voor een concentratie van welvaart en een steeds grotere ongelijkheid tussen kapitaalbezitters en schuldenaars in onze maatschappij. Zowel het beste als het slechtste van het moderne tijdperk heeft te maken met de verborgen effecten van interest. Maar met een ander geldsysteem hadden we een heel andere economie en samenleving gehad.”

U droomt toch niet van een samenleving zonder geld?

,,De gedachte dat je het geld kunt afschaffen, is naïef. Maar je kunt wel andere geldsystemen opzetten naast het bestaande systeem, als een complement, een aanvulling. Het probleem is niet het kapitalisme, maar het monopolie van één soort geld, dat niet in staat is sommige maatschappelijke problemen op te lossen. Neem nu de verouderingsgolf. Rechts zegt: we betalen minder pensioenen uit of mensen moeten maar langer blijven werken. Links zegt: we houden vast aan onze engagementen en we gaan bankroet (lacht). Maar er zijn alternatieven denkbaar.

In Japan, de snelst verouderende samenleving ter wereld, hebben ze een systeem van ‘zorgzame relatiekaartjes’. Het systeem gebruikt één uur dienstverlening als munteenheid. De uren die een vrijwilliger aan bejaardenhulp besteedt, komen op een tijdspaarrekening terecht. Hij kan daarmee zelf hulp betalen als hij oud is of zijn tegoeden overdragen aan familieleden en vrienden. ‘Zorgzame relatiekaartjes’ zijn een heel efficiënte aanvulling op het bestaande gezondheidssysteem. Bovendien blijkt de zorgkwaliteit hoger dan bij met yen betaalde professionele hulpverleners.”

In de Verenigde Staten wordt gewerkt met een verwant systeem, de zogenaamde ’tijddollars’. Zelfs ziektekostenverzekeraars aanvaarden die inmiddels.

,,Ja, bij een verzekeraar in Brooklyn mag je 25 procent van je premies afrekenen in tijddollars. De verzekeraar heeft zelfs een eigen Care Bank opgericht, een klussendienst die reparaties aan huis uitvoert. Motto: een kapot handdoekenrekje leidt onvermijdelijk tot een gebroken heup. Dus zo’n klussendienst is goeie business: het beperkt de terugbetalingen. Hetzelfde geldt overigens voor de tijddollars. Bejaarden die deelnamen aan het systeem, bleken opvallend veel gezonder. Waarom? De uitwisseling van goederen en diensten blijkt bejaarden nader tot elkaar te brengen. Er ontstaat een nieuw gemeenschapsgevoel en de bejaarden zelf voelen zich plots weer gewaardeerd.”

‘Zorgzame relatiekaartjes’ en tijddollars zijn intussen lang geen uitzondering meer. U signaleert wereldwijd 2.600 complementaire muntsystemen. In Vlaanderen zijn de LETS-groepen (Local Exchange Trading System) de bekendste. Maar is dat meer dan een alternatief speeltje?

,,In Engeland heb je honderden LETS-groepen, vooral in achtergebleven stadskwartieren met veel werkloosheid. Ze zorgen ervoor dat mensen niet helemaal in de sociale uitsluiting verdwijnen. In Vlaanderen situeert het fenomeen zich veel meer in de middenklasse. De nadruk ligt op gemeenschapsvorming. Onze geldeconomie vernietigt buurten en gemeenschappen, ze stimuleert individualisme en concurrentie en drijft de mensen uiteen. Kijk naar de VS, alleen in de zwarte getto’s vind je nog gemeenschapsgevoel. U kent het verhaal toch: als een jongen wil dat mama zijn ontbijt maakt, moet hij naar de McDonald’s, waar ze als serveerster werkt. 86 procent van de Amerikanen vindt de reconstructie van buurten en gemeenschappen de eerste prioriteit, blijkt uit een omvraag. Ontworteling is een van de grote problemen van onze tijd. En LETS-systemen doen nieuwe sociale netwerken groeien. Vergelijk ze met de geschenken-economie in primitieve gemeenschappen.”

Maar wordt LETS ooit meer dan een gezellig nevenverschijnsel?

,,Hoho, honderdduizend nevenverschijnselen betekenen mettertijd een wereldwijde oplossing. LETS is nog vrij jong. Andere systemen, zoals het Zwitserse WIR, zijn al meer dan zestig jaar oud. Het WIR-systeem telt 80.000 leden en haalt intussen een jaaromzet van vijftig miljard frank. Dat is meer dan een gezellig nevenverschijnsel, hé.

Kijk, het gaat er niet over dat geld slecht is. Het deugt alleen niet voor bepaalde zaken zoals het onderhouden van gemeenschappen. Of om iedereen aan een baan te helpen. Of om te bouwen op lange termijn. Ons langste economische perspectief vandaag is dertig jaar, de looptijd van een long bond . De Egyptenaren en onze middeleeuwse kathedraalbouwers werkten in eeuwen. Willen we meer duurzaamheid, dan moeten er andere systemen komen. Integrale Economie is zowel Yang als Yin.”

Bent u echt geen oude hippie?

,,Geen schijn van een kans (schaterlach). De Yang-economie draait om kapitaal, concurrentie en handel, de Yin-economie om samenwerking, welzijn en non-profit. Yang staat voor schaarste, Yin voor beschikbaarheid. Maar in een toekomst van Duurzame Voldoening horen beide samen.”

Klinkt mooi, maar ook nogal ijl. Hoe ziet u de toekomst van het geld over, zeg maar, twintig jaar?

,,Alles ziet er anders uit, zoveel is zeker. De komende jaren zullen de nationale valuta meer en meer onder druk komen. Naast de euro krijg je allicht ook een Aziatische eenheidsmunt. Ruim een derde van de wereldhandel zal gebeuren via ruilhandel, en ook het particuliere geld zal overal oprukken. Niet alleen ondernemingsvaluta, maar ook complementaire ‘zachte’ systemen, zoals de tijddollar.”

Rijkelijk verwarrend.

,,Maar dankzij de informatietechnologie kunnen we die verscheidenheid ook efficiënt beheren. Al die complementaire muntsystemen vandaag zouden nooit bestaan als een pc nog altijd honderdduizend frank zou kosten. Kijk naar LETS: je haalt de software voor het beheer ervan gratis van het Internet. Ik verwacht de komende twintig jaar een enorme mutatie. En als het geld verandert, verandert er nog veel meer. Bijna alles wordt mogelijk.”

Ook een heropstanding van de derde wereld?

,,De derde wereld is vandaag het kind van de rekening. Sinds het einde van Bretton-Woods blijkt het ontwikkelingstempo van de ontwikkelingslanden met ruim een derde gedaald. En vroeger was het al niet geweldig. Hun schulden blijven stijgen en hun achterstand groeit. Het probleem is de instabiliteit van de wisselkoersen. De risico’s zijn te groot, dus investeren de rijke landen het liefst bij elkaar en laten ze de rest zinken.

Een oplossing? Vijentwintig jaar geleden, toen ik als consultant werkte in Peru, maakte ik al plannen voor een nieuwe Global Reference Currency, die de goudstandaard vervangt en zorgt voor een meer stabiele wereldhandel. Ik verzon toen de terra.”

Zo staat het ook op uw visitekaartje: voorzitter van de Terra Global Foundation. Wat is een terra?

,,De terra is een korf van verschillende grondstoffen en diensten: tarwe, koper, olie, enzovoort. Omdat de korf representatief voor de wereldhandel is samengesteld, is hij ook goed bestand tegen inflatie. De terra-munt gaat tegen de heersende economische cycli in: bij hoogconjunctuur remt hij af, bij een verslapping van de cyclus zwengelt hij de economie aan.”

Het lijkt een beetje op de ‘graanmunt’ van de oude Egyptenaren.

,,Daar komt het idee vandaan. Ook bij de terra speelt een vertragingsrente. Vandaag draait alles om fast money: 98 procent van de financiële stromen is puur speculatief. Aandeelhouders denken nog alleen aan het rendement op korte termijn. Zo krijg je natuurlijk nooit duurzame ontwikkeling. Tenzij je een situatie schept waar winstbejag niet langer in strijd is met ontwikkelingsdenken op lange termijn. En die krijg je dus met de terra.”

Participeert u eigenlijk zelf in een ‘zacht’ muntsysteem?

,,Helaas, ik ben te weinig thuis. De afgelopen dertig jaar heb ik in minstens tien verschillende landen gewoond. Maar via het Internet adviseer ik wel allerlei groepen.”

U pleit voor meer gemeenschapsvorming. Maar zelf bent u het prototype van een mondiale professional die overal en nergens thuis is.

,,Klopt. Ik heb in tien verschillende landen gewoond. Eigenlijk is dit de eerste keer in achttien jaar dat ik Nederlands praat. Ik denk in het Spaans en het Engels. O ja, sommetjes zoals zeven plus vijf, dat doe ik nog altijd in het Nederlands. En ik heb nog altijd een Belgisch paspoort. Omdat dat zoveel mogelijkheden biedt. Belg is een passe partout-nationaliteit.

Ik heb drie jaar gedoceerd aan de universiteit van Berkeley in Californië. Voor mij was dat vooral een kans om zelf bij te leren en boeken te schrijven. Het geld van de toekomst is mijn eerste boek voor het grote publiek. De vorige waren allemaal nogal specialistische turven vol economische modellen. De toekomst van het geld is geen boek over problemen, het wil vooral oplossingen aandragen. Het is van levensbelang dat er een publiek debat over geld op gang komt. De hogedrukketel staat op springen. Maar dat is geen fataliteit. Als wij het willen, maken we er een machine van Duurzame Voldoening van.”