hier een paar zeer gebruikelijke maximes die binnen de common law gebruikt worden. In be, nl, fr, spanje, gebruikt men het civil recht maar veel van deze principes vind je ook terug in ons recht en omdat alle staten opereren als een bedrijf vallen ze onder UCC regelgeving. gewoon vertaalt met google uit tijdswinst, onderaan de originele engelse tekst)
De principes van de volgende bepalingen, zijn niet bedoeld om te kwalificeren, maar om te helpen bij de juiste toepassing ervan. (Gewijzigd door Stats. 2013, Ch. 76, Sec. 20. (AB 383) Met ingang van 1 januari 2014.)
3510. Wanneer de reden van een regel ophoudt, moet de regel zelf dat ook doen. (Uitgevoerd 1872.)
3511. Waar de hetzelfde is, moet de regel hetzelfde zijn. (Uitgevoerd 1872.)
3512. Men mag zijn doel niet veranderen ten nadele van een ander. (Uitgevoerd 1872.)
3513. Een ieder kan afstand doen van het voordeel van een wet die uitsluitend voor hem bestemd is. Maar een wet die om een openbare reden is ingesteld, kan niet worden geschonden door een onderhandse overeenkomst. Uitgevoerd 1872.)
3514.Men moet eigen rechten gebruiken dat hij geen inbreuk maakt op de rechten van een ander. (Uitgevoerd 1872.)
3515. Hij die instemt met een handeling wordt er niet door benadeeld. (Uitgevoerd 1872.)
3516. Instemming met dwaling ontneemt het recht om er bezwaar tegen te maken. (Uitgevoerd 1872.)
3517. Niemand kan van zijn eigen onrecht profiteren. (Uitgevoerd 1872.)
3518. Hij die zich op frauduleuze wijze van een zaak, kan zich voordoen op hij nog bezit had. (Uitgevoerd 1872.)
3519. Hij die wel en niet kan worden geproduceerd in zijn naam wordt gedaan, wordt gepland het te hebben bevolen. (Uitgevoerd 1872.)
3520. Niemand mag lijden onder de daad van een ander. (Uitgevoerd 1872.)
3521.Wie het voordeel neemt, moet de laatste dragen.(Uitgevoerd 1872.)
3522.Die iets schenk, wordt iets persoonlijks datgene te wat essentiële is voor het gebruik ervan. Uitgevoerd 1872.)
3523. Voor elk kwaad is er een remedie. (Uitgevoerd 1872.)
3524. Tussen die gelijk of gelijk hebben, grijpt de wet niet in. Uitgevoerd 1872.)
3525. Tussen rechten gelijk gelijk zijn, heeft de vroegste de voorkeur. (Uitgevoerd 1872.)
3526. Geen mens is verantwoordelijk voor datgene wat geen mens kan behandelt. (Uitgevoerd 1872.)
3527. De wet helpt de waakzame, voor uiteindelijke die op hun rechten slapen.(Uitgevoerd 1872.)
3528. De wet respecteert de vorm minder dan de inhoud. (Uitgevoerd 1872.)
3529. Ten gunste van hem aan wie en tegen hem van wie de prestatie verschuldigd is. (Uitgevoerd 1872.)
3530. Dat wat niet lijkt te bestaan, moet worden beschouwd als het niet bestond. (Uitgevoerd 1872.)
3531. De wet vereist nooit onmogelijkheden. (Uitgevoerd 1872.)
3532. De wet ijdele handelingen. (Uitgevoerd 1872.)
3533. De natte negeert kleinigheden. (Uitgevoerd 1872.)
3534. Bijzondere uitdrukkingen kwalificeren die algemeen zijn. (Uitgevoerd 1872.)
3535. Gelijktijdige expositie is over het algemeen het beste. (Uitgevoerd 1872.)
3536. Hoe meer bevat, hoe minder. Uitgevoerd 1872.)
3537. Overdaad doet niet af. (Uitgevoerd 1872.)
3538. Dat is zeker wat zeker kan worden gemaakt.(Uitgevoerd 1872.)
3539. Tijd tegen geene handeling.(Uitgevoerd 1872.)
3540.Het incident volgt de opdrachtgever, en niet de opdrachtgever het incident. (Uitgevoerd 1872.)
3541. Een interpretatie die effect geeft, heeft de voorkeur boven een interpretatie die nietig maakt. (Uitgevoerd 1872.)
3542. Interpretatie moet redelijk zijn. (Uitgevoerd 1872.)
3543. Wanneer een van de twee onschuldige personen moet lijden door de daad van een derde, moet hij, door wiens nalatigheid het is gebeurd, de lijder zijn. Uitgevoerd 1872.)
3545.Privétransacties zijn eerlijk en regelmatig. (Toegevoegd door Stats. 1965, Ch. 299.)
3546. Dingen gebeuren volgens de normale gang van zaken en de gewone gewoonten van het leven. Toegevoegd door Stats. 1965, Ch. 299.)
3547. Iets blijft bestaan zolang als bij dat soort dingen gebruikelijk is. (Toegevoegd door Stats. 1965, Ch. 299.)
3548. De wet is gehoorzaamd. (Toegevoegd door Stats. 1965, Ch. 299.)
The maxims of jurisprudence hereinafter set forth are intended not to qualify any of the foregoing provisions of this code, but to aid in their just application.
(Amended by Stats. 2013, Ch. 76, Sec. 20. (AB 383) Effective January 1, 2014.)
3510.
When the reason of a rule ceases, so should the rule itself.
(Enacted 1872.)
3511.
Where the reason is the same, the rule should be the same.
(Enacted 1872.)
3512.
One must not change his purpose to the injury of another.
(Enacted 1872.)
3513.
Any one may waive the advantage of a law intended solely for his benefit. But a law established for a public reason cannot be contravened by a private agreement.
(Enacted 1872.)
3514.
One must so use his own rights as not to infringe upon the rights of another.
(Enacted 1872.)
3515.
He who consents to an act is not wronged by it.
(Enacted 1872.)
3516.
Acquiescence in error takes away the right of objecting to it.
(Enacted 1872.)
3517.
No one can take advantage of his own wrong.
(Enacted 1872.)
3518.
He who has fraudulently dispossessed himself of a thing may be treated as if he still had possession.
(Enacted 1872.)
3519.
He who can and does not forbid that which is done on his behalf, is deemed to have bidden it.
(Enacted 1872.)
3520.
No one should suffer by the act of another.
(Enacted 1872.)
3521.
He who takes the benefit must bear the burden.
(Enacted 1872.)
3522.
One who grants a thing is presumed to grant also whatever is essential to its use.
(Enacted 1872.)
3523.
For every wrong there is a remedy.
(Enacted 1872.)
3524.
Between those who are equally in the right, or equally in the wrong, the law does not interpose.
(Enacted 1872.)
3525.
Between rights otherwise equal, the earliest is preferred.
(Enacted 1872.)
3526.
No man is responsible for that which no man can control.
(Enacted 1872.)
3527.
The law helps the vigilant, before those who sleep on their rights.
(Enacted 1872.)
3528.
The law respects form less than substance.
(Enacted 1872.)
3529.
That which ought to have been done is to be regarded as done, in favor of him to whom, and against him from whom, performance is due.
(Enacted 1872.)
3530.
That which does not appear to exist is to be regarded as if it did not exist.
(Enacted 1872.)
3531.
The law never requires impossibilities.
(Enacted 1872.)
3532.
The law neither does nor requires idle acts.
(Enacted 1872.)
3533.
The law disregards trifles.
(Enacted 1872.)
3534.
Particular expressions qualify those which are general.
(Enacted 1872.)
3535.
Contemporaneous exposition is in general the best.
(Enacted 1872.)
3536.
The greater contains the less.
(Enacted 1872.)
3537.
Superfluity does not vitiate.
(Enacted 1872.)
3538.
That is certain which can be made certain.
(Enacted 1872.)
3539.
Time does not confirm a void act.
(Enacted 1872.)
3540.
The incident follows the principal, and not the principal the incident.
(Enacted 1872.)
3541.
An interpretation which gives effect is preferred to one which makes void.
(Enacted 1872.)
3542.
Interpretation must be reasonable.
(Enacted 1872.)
3543.
Where one of two innocent persons must suffer by the act of a third, he, by whose negligence it happened, must be the sufferer.
(Enacted 1872.)
3545.
Private transactions are fair and regular.
(Added by Stats. 1965, Ch. 299.)
3546.
Things happen according to the ordinary course of nature and the ordinary habits of life.
(Added by Stats. 1965, Ch. 299.)
3547.
A thing continues to exist as long as is usual with things of that nature.
(Added by Stats. 1965, Ch. 299.)
3548.
The law has been obeyed.
(Added by Stats. 1965, Ch. 299.)
Geef een reactie