Art. 4. De raming van ontvangsten betreffen de geldsommen die gedurende het begrotingsjaar aan de Staat zullen worden afgedragen.
Een afdrage? Uit films heb ik geleerd dat je bij de maffia ook een “vrijwillige” verplichte afdrage mag/moet om dan van bescherming te genieten.
Art. 5. De kredieten voor uitgaven betreffen de geldsommen die door de Staat verschuldigd zullen zijn wegens verbintenissen te zijnen laste tijdens het begrotingsjaar. = mooi de verbintenissen zijn ten laste van de staat, waarom die dan doorbelasten aan de landgenoten als die aangegaan zijn door het staatsbedrijf? Juist ja gezien de staatsburger onderpand is voor die leningen via zijn afdrachten.
EU charter fundamentele rechten art 5 Het verbod van slavernij en dwangarbeid. 1. Niemand mag in slavernij of dienstbaarheid worden gehouden. 2. Niemand mag gedwongen worden dwangarbeid of verplichte arbeid te verrichten. 3. Mensenhandel is verboden.
Op de jaarrekening van de belgische staat 2020 vind een verwijzing naar eeuwigdurende leningen??????
Op de pagina van het rekenhof klik je volumee II tabellen aan
Uit een arrest van het rekenhof , de De Belgische Staat, Federale Overheidsdienst Financiën, vertegenwoordigd door de Minister van
Financiën, (…) tegen een ontvanger (iemand die belastingen int)
Interessant om te leren hoe de wettelijke hersenkronkels werken
Van de door de staat verkregen rechten??? Ik vraag me af welke rechten dat zijn?. Dat het Rekenhof overeenkomstig de bepalingen van artikel 8 van de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof volgens eiser belast is met het vaststellen van de rekeningen van rekenplichtigen en overeenkomstig artikel 5 van dezelfde wet eveneens gelast is met het algemeen toezicht op de invordering van de door de Staat verkregen rechten, met inbegrip van de fiscale ontvangsten;
BTW is betaling uitlokken: voor bronbelastingen, waaronder de BTW, is geen wettelijk gevestigde uitvoerbare titel nodig om de betaling uit te lokken en de boekhoudkundige verwerking van die belastingen te verzorgen, want, ingevolge de toepassing van het BTW-Wetboek, is de BTW verschuldigd door het zich voordoen van het belastbaar feit, d.i. de economische handeling. Het is maar wanneer de verschuldigde BTW wordt betwist of de BTW-ontvanger tot gedwongen invordering wenst over te gaan bij gebrek aan spontane betaling dat er een wettelijk gevestigde uitvoerbare titel nodig is.
BTW /dwangbevel/taxatietitel : Inzake BTW is het dwangbevel dat door de ontvanger wordt uitgevaardigd, enerzijds, een taxatietitel waarin de belastingschuld geconcretiseerd wordt bij gebrek aan spontane en onvoorwaardelijke betaling van de verschuldigde belasting en, anderzijds, een akte die geldt als uitvoerbare titel met het oog op de invordering van die belastingschuld (Cass. 9 maart 2006, rolnrs. C.04.0284.N en C.04.0313.N). Vermits de “inning van rijksgelden” volgens artikel 59 alleen kan geschieden krachtens een wettelijk gevestigde titel, impliceert dit dus dat onder de “inning van rijksgelden” in de zin van dit artikel ook de “invordering van rijksgelden” wordt bedoeld.
Een wettelijke titel die schuld oplegt: Dit blijkt volgens eiser overigens uit een arrest van het Hof van cassatie van 20 juni 2002 C.00.0620.N). Volgens het Hof van cassatie volgt uit de bepaling van artikel 59 dat de ontvanger, een rekenplichtige ambtenaar in de administratie bevoegd voor de invordering van de betrokken schuld (nl. een boete), in beginsel bevoegd is voor de invordering op grond van de wettelijke titel die de schuld heeft opgelegd. Het Hof van cassatie bevestigt met andere woorden aan de hand van de bepaling over de inning van rijksgelden de bevoegdheid om tot invordering van rijksgelden over te gaan;
– Eiser verwijst eveneens naar artikel 60, tweede lid, van geciteerde gecoördineerde wetten, volgens hetwelk iedere ambtenaar aan wie enige verrichting van rijksgelden is opgedragen, de hoedanigheid van rekenplichtige verkrijgt door het enkele feit dat de betrokken gelden tegen zijn
kwitantie of zijn ontvangstbewijs gestort zijn en volgens hetwelk geen verrichting met rijksgelden mag geschieden, geen openbare kas mag beheerd worden dan door een agent staande onder de bevelen van de Minister van Financiën, door hem of op zijn voordracht benoemd,
verantwoordelijk tegenover hem voor zijn beheer en aan de rechtsmacht van het Rekenhof onderworpen.
De btw ontvanger is zelf verantwoordelijk = schuldig aan art5 eu handvest slavernij en dienstbaarheid afdwingen bij het afdwingen van belasting : een arrest van het Hof van cassatie van 24 april 2008 (rolnr. F.06.0042.N) waarin
het Hof van cassatie de bevoegdheid van een BTW-ontvanger om in betalingsfaciliteiten te voorzien, afleidt van de rekenplicht van de ontvanger; dat het Hof van cassatie uitdrukkelijk stelt dat de rekenplichtige “de mogelijkheid heeft om op autonome wijze en op zijn verantwoordelijkheid de invordering en de vervolging te organiseren en om in die optiek in betaling sfaciliteiten te voorzien” (…) en “voormelde mogelijkheid om op autonome wijze en op eigen verantwoordelijkheid de invordering en de vervolging te organiseren en om in die optiek in betalingsfaciliteiten te voorzien, komt exclusief toe aan de rekenplichtige”.
Rekenhof stelt de door de staat verkregen rechten vast: Overwegende dat het Rekenhof overeenkomstig artikel 180 van de Grondwet belast is met het nazien en verevenen der rekeningen van het algemeen bestuur van de Staat en van allen die tegenover de staatskas rekenplichtig zijn; dat het tevens algemeen toezicht uitoefent op de verrichtingen met betrekking tot de vaststelling en de invordering van de door de Staat verkregen rechten, met inbegrip van de fiscale ontvangsten;
Rechtspreken de bevoegdheid van het rekenhof? Overwegende dat artikel 180 van de Grondwet de rechtsprekende bevoegdheid van het Rekenhof niet regelt; Overwegende dat het Rekenhof inzonderheid door artikel 8, 8ste lid, van zijn inrichtingswet, wordt belast met een jurisdictionele opdracht ten aanzien van de rekenplichtigen van de federale staat; dat overeenkomstig geciteerde wettelijke bepaling een rekenplichtige die voor het Rekenhof wordt gedagvaard, na het voeren van een openbare en tegensprekelijke procedure, door het Hof bij uitvoerbaar arrest kan worden veroordeeld tot het aanzuiveren van een tekort of, met inachtneming van de omstandigheden eigen aan het geval en meer bepaald van de mate waarin de rekenplichtige in zijn verplichtingen is tekortgeschoten, tot het slechts terugbetalen van een gedeelte van het tekort
Subjectieve rechten: Overwegende dat overeenkomstig de artikelen 144 en 145 van de Grondwet -voor wat betreft de geschillen over subjectieve rechten, zij het burgerlijke of politieke, de gewone hoven en rechtbanken te beschouwen zijn als de rechters van het gemene recht; dat geschillen betreffende de politieke rechten slechts op basis van een uitdrukkelijke wettelijke bepaling aan andere rechters kunnen worden
voorgelegd; dat het voorliggend geschil subjectieve rechten tot voorwerp heeft en bijgevolg slechts op basis van een uitdrukkelijke wettelijke bepaling onder de jurisdictionele bevoegdheid van het Rekenhof kan ressorteren;
file:///D:/0000%20levende%20gemeente/levende%20mens/recht/belgie/Judgment_29.pdf
Geef een reactie